gladde jongen paste volkomen in de een of andere ‘Dreigroschen-oper’, dat wil zeggen niet in Shakespeare, en daarna wachtte men dan maar af hoe de zaak verder verloopen zou.
Royaards' ‘Winteravond-sprookje’ was zeer zeker niet een van zijn sterkste Shakespeare-opvoeringen; maar ze stond, twaalf jaar geleden, verre boven deze vertooning. Overigens gaf ook een later blijspel, ‘Ehe in Dosen’, geen anderen algemeenen indruk dan dezen: grof, vlot, en van weinig belang.
De gezamenlijke Nederlandsche gezelschappen hebben het, bij de driehonderdvijftigste herdenking van Bredero's geboortedag tot niet anders gebracht dan dat een kleine, meest in de provincie optredende troep ‘De Jonge Spelers’ ze beschaamde, en ‘De Klucht van de Koe’ en ‘Symen’ speelde in den Amsterdamschen Stadsschouwburg, waar men overigens ook lange pijpen rookte en koek at, om de zaak meer glorie bij te zetten, in de pauze.
Men roeide, ten tooneele, met de riemen die men had, en Bredero handhaafde zich ook zoo voor een zaal die zich best vermaakte. Als.... dacht men, en niet als verwijt aan wie er op het tooneel stonden, hier eens vijf, zes, zeven van onze beste acteurs gestaan hadden....
Maar van die vijf, zes, zeven, speelde er een in Lochem, een in Breda, twee in Middelharnis en de rest in Enschede of Maastricht, en dat was de toestand van het Nederlandsche tooneel, en de officieele Bredero-hulde, in den jare 1935. -
Kort daarna zag men Else Mauhs, met het gezelschap ‘Het Masker’, in Bernstein's ‘Espoir’. Een welgemaakt Fransch stuk, maar welk een actrice! Men hoort soms zeggen dat zij te technisch en geraffineerd tooneelspeelt. De drommel hale wie het zegt. Zij speelt groot en klassiek tooneel, zelfs in Bernstein.
Mevrouw Mann-Bouwmeester was toch geen dwaas, toen zij haar den ring schonk, die haar tot onze eerste actrice stempelde, al was zij dat sinds lang! Maar haar spel is zuiver, zeker, en nooit sentimenteel; het doet den toeschouwer geen concessies, het bespeelt hem niet met overgevoelige uitbarstingen of valsch pathos, het is dan voor wie het zoo zien wil, misschien koel. En aan wie er dan in Nederland meer begrip van tooneelspelen mag hebben