steunt niet slechts wie reeds tot werkloosheid verviel, zij tracht ook bedrijven gaande te houden wier ondergang een onafzienbare uitbreiding der werkloosheid zou gaan beteekenen. Daarbij moet vermeden worden in stand te houden wat reeds innerlijk is uitgehold; alle aandacht moet er op worden gericht, bedrijven aan het werk te houden (of te brengen) die in de toekomstige wereldeconomie (voor zoover zich deze berekenen laat) voor Nederland passen. Land- en tuinbouw vallen hier (met eenige voor het minst harer takken) noodzakelijk onder, evenals de veeteelt; maar even zeker visscherij en scheepvaart. Een van de zee afgekeerd Nederland zou afstand hebben gedaan van de historische rol waartoe het tot dusver, onder vallen en opstaan, steeds weer is teruggekeerd en waarin het zijne bestemming meende te vinden.
Nederland dient dus op zoek te zijn naar een aantal formules waarbinnen het noodzakelijk geworden beslissingen zal hebben te verwezenlijken. Van den aandrang waarmede het zoekt kan men, aan het einde van dit jaar 1934, geen hoog denkbeeld hebben. Dingen die men nu nog slechts in het groote en principieele behoorde te zien worden maar al te vaak van de kleine zijde aangevat; allerlei diensten wier overgave aan een grootsche taak noodwendig is, werken nog onder te geringe spanning. Dit moet in 1935 veranderen, of het loopt met ons land mis. En Nederland is in het wereldbestel een land waarvan het doodjammer zou zijn te moeten bekennen dat het is misgeloopen.
Neem eenige details: de onderwijsinkrimping, de werkverruiming, den steun aan de scheepvaart.
Een niet onaanzienlijk aantal openbare scholen weggeconcentreerd. Wij weenen ze geen traan na. Maar wel is het om bij te huilen, dat het hierbij zou kunnen blijven. Wettelijke bepalingen dwingen daartoe, verontschuldigt zich de minister. Alsof de geheele onderwijswet-de Visser niet opnieuw op stapel mocht, ja moest! De wet die, onder valsch begrepen, valsch toegepaste pacificatieleus, Nederland op zijn laagst en zijn slechtst, zijn eigenwijze partijgeest, zijn dorpskrakeel en konkellust, nu al veel te lang in staat liet openbare kassen, tot aanwijsbaar nadeel van het werkelijk onderwijsbelang, leeg te plunderen! De wijze waarop wij de groote en goede gedachte van Cort van der Linden in toepassing hebben gebracht, zou niet mogen worden