Men herinnert zich, welke versregels van Schiller Dollfuss te Londen aanhaalde. Nog altijd kan Oostenrijk niet ‘in vrede leven’ en gedraagt zich zijn nabuur dubbelzinnig en angstwekkend. Frankrijk en Engeland hebben te Berlijn gereclameerd maar ten antwoord gekregen dat het zoo erg niet was en dat men immers Mussolini hier reeds van had overtuigd. Intusschen herhalen zich verontrustende incidenten.
Nationalisme troef over de heele wereld. Genève lijkt een ding van gisteren geworden.
Waartoe hebben Wilson's leuzen: democratie contra autocratie, zelfbeschikking der bevrijde natiën, ons geleid? Die bevrijde natiën zouden de natuurlijke aandrift gevoelen in een Wereldbond elkander te ontmoeten en te verstaan. De proef is genomen en mislukt; aan deze bedroevende gevolgtrekking is niet te ontkomen. De kaders van de Wilson-wereld bestaan nog wel, maar wat speelt zich daarbinnen af? Men roept nog hooge beginselen aan zonder er zelf meer in te gelooven, en met het angstig voorgevoel dat de toehoorders het vermoedelijk ook niet meer doen.
Ziet men dan de teekenen niet die de tijd aan de wand schrijft? Wilson's natie zelve, de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, zijn in de zonde en blindheid van de extreme nationale zelfgenoegzaamheid het verst gegaan. ‘I would vote for a 300 per cent. increase as cheerfully as for a 50 per cent. increase,’ zei in 1922 senator Aldrich voor een ‘Tariff Committee’. Deze menschen hebben hun zin gehad, en Roosevelt mag nu goochelen met de gevolgen. ‘Enlightened selfishness’ noemde men in Amerika het systeem dat nu ad absurdum is gevoerd. Men vergat dat zelfzucht blind, en het een groot zelfbedrog is, aan den naam dezer passie het woord verlichting te verbinden.
C.