en inmiddels zich te onthouden van maatregelen, waardoor bepaalde vormen van exploitatie, met name de inrichting van een Overheids-grootbedrijf, zouden worden uitgesloten.
Deze drie stemmingen samen geven niet een helder beeld. Noch resumeerden zij de discussies.
De verwerping van de motie-Wijnkoop beteekende zeker niet, dat een meerderheid het omgekeerde begeerde. Want onder de tegenstemmers bevonden zich onder meer Colijn en Bongaerts, twee der sterkste pleitvoerders ten gunste der doorzetting. Indien de heer Wijnkoop in zijn motie één voorbehoud had ingelascht (dat van alsnog blijkende financieele onmacht tot doorzetten; zonder dit was zijn motie een uitspraak voor doorzetting tot elken prijs), misschien ware de stemming anders uitgevallen. Maar dit lid moet nu eenmaal altijd overvragen. Dat niettemin zijn motie nog zóóveel stemmen haalde, was sterke aanwijzing van een sterke strooming tot doorgaan.
En wat de beide met alle stemmen op één na aangenomen moties betreft: algemeen aanvaarde moties wekken nu eenmaal den indruk: de Kamer is het eens. Maar uit het voorafgegaan debat was meer dan voldoende gebleken, dat de Kamer in dit geval het juist in het geheel niet eens was. Het is niet gelukt (wat trouwens soms een hachelijk ondernemen is), de verhouding der meeningen tot uitdrukking in stemmencijfers te brengen.
Althans den heer Colijn is dit niet gelukt. Dit Kamerlid weet veel; weet mogelijk ook, hoevelen zijner medeleden bij een stemming op die vraagpunten, welke het debat hadden beheerscht, zijn zijde zouden hebben gekozen. Maar van een zoodanige stemming had die over zijn motie, waaraan vergeefs de heer Ebels de beteekenis van een principieele uitspraak ten gunste der voortzetting heeft trachten te geven, niets.
Inmiddels is met de aanneming der motie-Colijn dit bereikt, dat de Regeering (die de motie aanvaardde) nu vast zit aan overlegging van behoorlijke financieele gegevens éér de begrooting 1933 wordt ingediend. Dit is iets; het is niet onbeduidend, maar het had méér kunnen zijn.
Meer waarde had, als positieve Kamer-uitspraak, de aanneming der motie-Van der Waerden. Had tegen den aanval-