De Gids. Jaargang 93(1929)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 220] [p. 220] Verzen Gewezen eenheid. Voor H.M. Rivieren licht stort verre maan over de onbewogen zee, wij blijven aan de branding staan en zien de waatren opengaan: Verminkten rijzen naar het licht, zwart zijn hun wonden en verdord. herken, herken mijn aangezicht! de waatren vallen weder dicht. Gij die dit zaagt en met mij waart, hoe zult gij ooit mij nader zijn? wie in God's diepten heeft gestaard, vindt asch en sintels in zijn haard. [pagina 221] [p. 221] Gebroken avond. Met sterren is de lucht bespreid, de hand talmt die het venster sluit. ik weet: ik ben nog niet bereid. aan 't raam voorbij kantelt de tijd. Een vogel scheert door 't duister heen, ik hef mijn blinde oogen niet. wat angst een noodlotsteeken scheen wordt Gods-spraak nu ik eindlijk ween. H. van Elro Vorige Volgende