De Gids. Jaargang 89(1925)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 210] [p. 210] Nocturne. Boven de asfalten mensohenstad Kermt sidderend een hooge stem - Daar waait verwording grootelijks, Zwirlend als asch en droog en dor Dwars door het wezenloos gesnor Als eenig onomstootelijks. Schuin achter rengelende tram Hokt een brok maan in ijzren krat. Ik tel de late sterren aan De duizelende leegten uit - Vergeefsch bleef dit met vrouwelijk Geduld moeizaam en trouw volbracht Leven: welk snel en onverwacht Stormen versloeg het rauwelijk? Mij rest als dierbaar eenige buit Een grondloos niets en zonder naam; Eindlijke val in de eigen aard: Geboorte van een moeden God - Want alle bloed vergankelijk Vervloeit, stroomt uit en gaat te niet, ...Of keert, en zich in zich weer giet: Krypt van behoud onwankelijk. Wat mij vervreemdde van mijn lot Bleef in dien samenhang bewaard. Jan. '25. Victor E. van Vriesland. Vorige Volgende