Bibliographie.
De psychotechniek der beroepskeuze, door dr. J.L. Prak, psycholoog aan de Philipsfabrieken; Groningen en Den Haag, Wolters, 1925.
De beteekenis der psychotechniek voor het bedrijf, door J. Stroomberg; proefschrift Nederlandsche Handels-Hoogeschool; Amsterdam, Paris, 1925.
Het vrijwel gelijktijdig verschijnen van deze twee boeken is een aanwijzing en beider inhoud een bewijs, dat de op de practijk (en veelal dan op die van het beroepsleven) toegepaste psychologie levendige en degelijke beoefening vindt in Nederland.
De titels maken den indruk, dat dr. Prak het vraagstuk aanvat van den werknemers-, dr. Stroomberg van den werkgeverskant. Deze indruk is juist, wat Stroomberg betreft, onjuist wat aangaat het boek van Prak, dat de twee, trouwens nauw samenhangende, problemen beide behandelt.
De psychotechniek groeit snel, maar is nog jong. De rapheid van haar wasdom kan hieruit blijken, dat men in deze boeken Taylor nauwelijks meer genoemd ziet; zijn naam heeft niet veel meer dan historische beteekenis. Dat niettemin de psychotechniek nog niet heeft uitgepokt en uitgemazeld, blijkt uit meer dan één feit. Het was niet in den haak, dat de fransche psychotechnische legerdienst Guyuemer ongeschikt verklaarde voor het vliegwezen, en er moet iets haperen aan de befaamde amerikaansche legertests, als een nederlandsch professor van algemeene europeesche vermaardheid er voor zijn graad van intelligentie niet meer dan ‘gemiddeld’ op haalt.
Beide schrijvers hebben beide hun ooren open voor dit soort haperingen. Maar geen hunner trekt hieruit de leer, dat de psychotechniek veilig aan kant kan worden gezet. En terecht verwerpen zij deze conclusie, dr. Stroomberg inzonderheid met beroep op de veelheid der betrouwbaar gebleken psychotechnische vondsten, en ook op het feit, dat jonkheid een kwaal is die slijt met den dag, dr. Prak bovendien met rake critiek op het allemans-gezond-verstand en het intuïtief gevoel, aan welke vroeger alleen, zonder psychotechnische voorlichting, over vragen van beroeps-