De Gids. Jaargang 88(1924)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Kwatrijnen. 1. Vertrouwd, vervreemd, die 'k kuste lang te bang, een moeden rimpel in het jonge hoofd, zoo zaat ge daar, en 't hart herhad verlang, en won weer, wat de Trots het had gedoofd. 2. Wij waren daar berooid, en d'eene en d'aêr, en in ons hoofd kwelde ons het wreed verzeeren van wonden, die nooit sloten - wij, het Paar, dat het geluk niet greep, noch kon verleeren. 3. Maar geen van tweeën maakten wij 't gebaar; we keken onverschillig in het blanke en ronde; maar ver in 't hart ging mij, in 't jonge jaar, een, wie het gulden haar altijd bezonde. 4. En weer stond één naast mij, als in den nacht, toen ik haar mond moest streele' om 't vochtig kussen... hoe zwaar mijn hand toen uwer haren vacht! mijn God, hoe fel het lijf in Liefde's lussen! A. Plasschaert. Vorige Volgende