De Gids. Jaargang 87(1923)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] Verzen. Ville Morte. Wat is de weemoed toch der avondluchten Boven de kleinë uitgestorven stad? In de oude straten zijn niet meer geruchten Dan van een wagen met een krakend rad. De straat is geplaveid met breede keien. Aan 't einde staat een poort uit ouden tijd Waardoor men uitziet op de stille weien En naar een schip dat langs den einder glijdt. 't Was deze poort waardoor de Spanjaards vluchtten, Veel eeuwen her, met hellebaard en schild. Wat is de weemoed toch der avondluchten Hier waar het leven allengs is verstild? [pagina 226] [p. 226] Schrijdende Blinde. Men ziet hem groot, aan de hand van een kind, Tusschen de boomen van den straatweg schrijden. De diepe landen liggen aan weerszijden. De hemel is reeds avondlijk van tint. Hoe doet de koele buitenlucht hem goed! Het wandlen is voor hem een groot gebeuren. Hij heft het hoofd als om de lucht te keuren En ademt die diep in tot in het bloed. Hoe schrijdt hij groot met groote stappen voort, De baard vooruit. Hij speurt de komst van regen. Er is een kalme kracht in zijn bewegen, Als ware hij de heerscher van dit oord. J.J. van Geuns. Vorige Volgende