De Gids. Jaargang 85(1921)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 327] [p. 327] Amor inspirator. Toen op den Berg der Louteringen een der dichters van het oude geslacht hem vroeg: ‘Zijt Gij degene die voortbracht den nieuwen zachten stijl van zingen?’, luidde het antwoord neen noch ja maar: ‘Ik ben zulk een die, als Liefde's toover zijn ziel bedauwt, acht geeft, en trouw brengt over naar z' innerlijk klonk, haar gena’. Al was hoogmoed de zonde die hij boette met de langste felste pijn, zoo wist hij toch, niet 't eindig zelf te zijn de bron der zoete poëzie. Wist hoe de kracht die komt aangevlogen uit ringsom werelde' en de ziel bevrucht, alléén het ruischend leefgerucht wekt, telkens, aan der dagen starre bogen. De sterke Liefde die den Haat in zich besluit als dag het duister: hij wist hoe uit hààr kracht het zoete, luisterrijke, het diepe lied opslaat. [pagina 328] [p. 328] En dit weten brandt door het hoog Gedicht, voor de zangers der ongeboren tijden: de klank van liefde-zwaar belijden dooft alle andren met zijn kleur en licht. O Dichters! Liefde is eeuwig als de Dood en zij vernieuwt zich eeuwig als het Leven: daarom is door onzen zang heengeweven der tijden avondgloed en morgenrood. Henriette Roland Holst. Vorige Volgende