De Gids. Jaargang 85(1921)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Waarom vindt de stem... Waarom vindt de stem, die fluistert, zelden iemand, die haar hoort, en haar weggestorven woord nooit een hart, dat luistert; spiegelt in het vluchtig lichten niemands oog een ander klaar, scheemren zóó ver van elkaar aller aangezichten? Die wij 't dichtste bij ons zagen in den vroeg verdroomden waan, zien wij zwijgend van ons gaan bij den klim der dagen; vreemden elk voor ieder ander, schuw verbergend in het zwart onzer schaduw 't wondbaar hart, gaan wij langs elkander. [pagina 33] [p. 33] Werden dan zoovele talen, als er zielen zijn, gesticht? Zijn wij dan niet van één licht de gelijke stralen? Zijn wij maar uiteengestoven vonken van éénzelfde vuur, die voor 't naadrend nachtlijk uur ongezien verdooven? Herman Lysen. Vorige Volgende