De Gids. Jaargang 84(1920)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] De nachtegaal. De middernacht plooit zijne zoelte uit, Een maan-doorvloeide, wijde witte roze. Er siddert als een lichtstraal 't hoog geluid Dat opent hemelen een poze Een korte poze. O, dat zacht getril Loochent mij elke nedergang van 't leven; Ik weet niet waar dit heimwee henen wil, Maar 'k moet mijn open hart den sterren geven. Mijn hart, een rijpe vrucht, die 'k zingend beur, Een gouden smachting door het parel-grijze Zwijgen. Ik zie 't geluk door open deur Waarvoor de warme bloeiïng blanker twijgen. Een zoete geur de aarde en lucht doorvloedt, Elk leve ademt door stilte luw verlangen; Het hoog geluid siddert een zilvren gloed, Nachtlooze lichtglans door der uren gangen. Olga Weber. Vorige Volgende