De Gids. Jaargang 83(1919)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] Verzen. Hollandsch meer. Het knabbelend-koele der rimpeling Trekt in de bloemenwei Waar mijn voeten staan. Opzij, langs een windfrissche wetering, Treden in stijve rij Wilgenstompen aan. Een meeuw zoekt met vleugelenwiegend lijf Boven het glinsterriet Aan den overkant. Het vonkt in een koperen klokkeschijf Over het boomgebied Ver in 't achterland. De drassige, nergens geheven grond Rust met een stille zucht Van vergetenheid. Benijdend den krachtigen klaarte-bond: Water en zonnelucht Zijn zoo diep en wijd! [pagina 190] [p. 190] In den mist. Het mist de kille kaden langs, Het mist de grijze straten toe. Het mist iets bangs, Ik weet niet hoe Het verderop de wereld gaat, Of zij wel veilig òm mij staat Óf mij verlaat. En naast mij gaat een fluisterstem: - ‘Die mist stelt ook joùw leven voor!’ Ik spot met hem, Maar hij gaat door: - ‘Je treedt àl tastend... hoe weet jij Wat voor je uit ligt en opzij, Dan heel dichtbij?’ Er ìs een breede, blauwe stroom, Een huis met jolig steenfestoen, Een ranke boom, Een glooiing groen! Ze zìjn in mijn herinnerings-schrijn En zullen in het daglicht rein Er wèder zijn! De schoonheid van het eeuwig recht, Wij dragen haar van vroeger mee. Z'is eens gezegd... En óver 't wee Waait zij ons uit de toekomst aan! Ik zie een verre, klare baan Wijd opengaan! [pagina 191] [p. 191] Gewond. Ik werd van 't tellen opgestoord. Ik had iets heel gemeens gehoord: Alwéér-een niet vertrouwen! Ik gleed weer op getallen-baan, Maar 't leelijke bleef vóór mij staan En 'k mocht het niet verdouwen! Of cijfers al rechtvaardig zijn, Hun hard-bevroren glans doet pijn. Hun onontroerbaar grijnzen Heeft mij dien heelen dag gedrukt. Tot d'avond was 't mij niet gelukt Mij rustig rein te peinzen. De bolle wind in 't donker land, Een schuitje aan den wallekant, De nachtklap van het water, Met honger aan den lichten disch, Waar veel en jong te praten is, De straat weer op, wat later: De moede leden rap van gang, Het doel van ieder dag-verlang: Mijn meisje blij gevonden,... Een uurtje, dat ons samen leidt Door beter, klaarder waarlijkheid... De wond is làng verbonden! S. Pinkhof. Vorige Volgende