de handelspolitiek van na den oorlog heel de belangstellende en belanghebbende wereld plaatsen.
Dáárom is nu het drijven naar een middeneuropeesch tolverbond eenerzijds en het toornen daartegen van den zeventigjarigen Brentano aan den anderen kant, is nu de parijsche conferentie eenerzijds en zijn anderzijds brochures als die van Lambert, den industrieel uit Charleroi, het ‘memorandum on free trade’ van een dertigtal engelsche politici en mannen van zaken, het ‘memorandum by the Cobden Club: the Paris Conference proposals’, méér dan feiten van den dag en gelegenheidsgeschriften van zwaarder of lichter wetenschappelijk gehalte over een, toevallig actueel, onderwerp van economischen aard.
Omdat wij thans ons bevinden op een punt in de geschiedenis, dat een keerpunt blijken kan; waarop mogelijk is achteruit te zien èn naar voren te blikken, en met beter kennis van zaken dan te voren de keus te doen tusschen de wegen, die openliggen.
Hoe zich Nederland terzake gedragen zal, is niet zonder beteekenis. Juist deze tijd leert, dat soms het optreden van een kleinen staat, behalve uiteraard beteekenis voor zijn eigen lot, ook internationaal een symptomatische beteekenis bezitten kan, die boven de direct politieke kracht van zijn invloed uitgaat.
Maar hoe zich de groote landen zullen houden, is belangrijker. Hoe Engeland, het belangrijkst.
Kiezen Duitschland en Oostenrijk-Hongarije, kiezen Rusland en Frankrijk voor bescherming, het beteekent dat zij zullen blijven bewandelen den ouden, gevaarlijken weg; zij zullen hebben verzuimd, een beteren in te slaan.
Maar doet Engeland (met zijn kroonkoloniën) die keuze, het beteekent dat het den ouden, veiligen vrijhandelsweg inruilt tegen den nieuwen, met de gevaarlijke helling; geen zonde van verzuimenis, maar een positief verkeerd doen.
Dan zal de vrijhandel in alle groote landen - en kort nadat de Vereenigde Staten hem althans een eindweegs waren tegemoetgegaan - in den ban zijn gedaan.
Wint de vrijhandel niet aan kracht door het overstelpend oorlogsargument en blijft na dezen de toestand die hij was, het ware reeds bedenkelijk genoeg. Doch als ook Engeland