De Gids. Jaargang 80(1916)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Nachtorchis. De duisternis, die om mij zweeft, Waarin het zomerleven leeft Met warme stroomen Van ongemeten bloeigebied, Van golfgedragen vogellied Uit verre boomen, Zij dooft mij niet. - Ik ben zoo wit, Dat uit mijn slanke bloemgelid Een licht blijft stralen, Als 't sterrenlicht zoo blank en bleek, Dat uit de zonneschemer-streek, Omlaag komt dalen. Mijn wierook zend ik naar omhoog, Te zoeken, langs den hemelboog, De zonnelanden, Waar mijn geslacht zoo machtig groeit, Waar 't groote wouden kleurig boeit In bloemenbanden! [pagina 84] [p. 84] Wild zoeken naar de geurenbron, Waar lang hun kracht en lust op zon, Gewiekte gasten. Mijn groote witheid weert hun drang, Mijn teerheid houdt hen verre, bang Mij aan te tasten. Ik voel in 't dwarrlen om mij heen, Van vleugelslaanden edelsteen, Den eerbied beven.... Ik, kleine bloem, die slechts den nacht Die 't al omvangt met hooge macht, Mijn gaaf wil geven! S. Pinkhof. Vorige Volgende