De Gids. Jaargang 73(1909)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 302] [p. 302] Zeilen. Nu weg te glijen op de wije plas: - Een zwakke luchtstoot pakt de slappe lappen; Die bollen op bij 't voller winden happen En schuren 't schip langs 't buigend oevergras. Een dunne damp hangt over 't zwarte meer, En vaagt - van ver - de wijkende oeverzoomen. Met flauwe lijnen zetten maagre boomen Hun takkensilhouet op 't luchtgrijs neer. Nu zeeft door witte wolken schuchter licht Op zilvrig riet en fijn-grijs wilgeloover, En wijer wordt de plas nu voor 't gezicht. Voor op de boeg - naar 't water 't hoofd voorover, Doe 'k voor wat stoort mijn droom de oogen dicht... Nu blìjven glijen in den schoonen toover. G.J. Nieuwenhuis. Vorige Volgende