Bibliographie.
Catalogus van de Vondel-Verzameling, bijeengebracht door den heer A.Th. Hartkamp. Amsterdam, R.W.P. de Vries. 1901.
Wanneer men een hartstochtelijk verzamelaar is en het voorwerp der verzameling er een is van grooten rijkdom, dan komt er een oogenblik waarop het verzamelde den verzamelaar, financiëel en materiëel, over het hoofd wast en waarop Staat of Stad, een maatschappij of een vereeniging van vermogende belangstellenden te hulp moeten worden geroepen om hem den al te kostbaren schat uit de handen te nemen, dien hij zelf niet langer vermag bijeen te houden en te beheeren.
Dat oogenblik schijnt gekomen voor den heer Hartkamp en zijn uitgebreide, buitengewoon belangrijke Vondel-verzameling.
Elk Nederlander, elk Amsterdammer voor wien Vondel iets meer is dan een naam, heeft bij verschillende gelegenheden, het laatst in 1900, de collectie kunnen zien en zich kunnen overtuigen van haren aan overdaad grenzenden rijkdom. De catalogus, door de firma R.W.P. de Vries uitgegeven voor de veiling van 11 November en volgende dagen, bevat 835 nummers, waarvan ons in een voorrede de belangrijkheid wordt uiteengezet.
Geen rechtgeaard verzamelaar die in zijn verzamelzucht maat weet te houden, en zoo is er ook in deze collectie menig stukje papier, dat met Vondel en zijn roem slechts in zeer los verband staat en waarover een goedlachsche zich vroolijk zal kunnen maken. Maar dit schaadt niet aan het geheel, en niemand zal het der directie van de bibliotheek, den bestuurder van het museum, waar deze verzameling terecht zal komen, kwalijk nemen, wanneer hij dit minder waardige den weg der minderwaardigheden laat gaan.
Maar zal inderdaad de verzameling in een Nederlandsch museum of een Nederlandsche bibliotheek een veilige schuilplaats vinden? Is het oogenblik waarop Staat en Stad zitten te peinzen, hoe zij hunne begrootingen sluitende zullen maken, bijzonder geschikt om een zoo kostbaar pand aan de markt te brengen? Hadden wij maar voor letterkundige schatten een vereeniging gelijk de vereeniging ‘Rembrandt’ er een is voor de schatten van beeldende kunst, dan ware het gevaar, dat de verzameling uiteenspat of naar het buitenland verhuist, te keeren. Maar nu?