Bibliographie.
Uit Vlaanderen door Cyriel Buysse. Amsterdam, H.J.W. Becht. 1899.
De heer Cyriel Buysse zal ons nog altijd het meesterwerk schenken, waarvan Het recht van den sterkste, in de gedeelten die niet door gewilde grove dierlijkheid bedorven werden, de verwachting had opgewekt, en dat wij ook in Schoppeboer, hoeveel voortreffelijke tooneelen uit het Vlaamsche boerenleven daarin mogen voorkomen, nog niet hebben gevonden. Sedert 1893 zoekt hij zijn weg in de romantische novelle, in de grootere en kleinere humoristische vertelling: telkens vinden wij in de tijdschriften zijn naam en in elk van zijn werken treffen wij, naast los en vlot vertelde dingen, naast met groote nauwkeurigheid en grooten humor opgemerkte typen, gedeelten waarvan men zeggen moet: ‘hoe is het mogelijk dat een man van talent er zoo slordig op los schrijft, zooveel onwaarschijnlijks en smakeloos' in zoo weinig verzorgden vorm voor openbaarmaking bestemt!’
Al vestigde de heer Buysse sedert lang zijn woonplaats in Noord-Nederland, al heeft hij zelfs zijn Vlaamsche broeders geërgerd door met te geringe waardeering te spreken over wat hun na aan het hart ligt, hij bleef Vlaming in zijn hart en vertoont zich op z'n best waar hij zijne herinneringen uit Vlaanderen te boek stelt en zonder druktemakerij, zonder te trachten door schelle kleuren de aandacht te trekken, sober en eenvoudig vertelt hetgeen hij op het Vlaamsche land, liefst onder de kleine lieden, heeft bijgewoond en opgemerkt. Daarvan geeft de schrijver ons in deze verzameling vertellingen en schetsen, waarin een enkel prulschetsje als ‘Tragedie’ zeker bij ongeluk is verzeild geraakt, een reeks van treffende voorbeelden, als onder de kleinere ‘De gevangenen’, ‘De doop’ en ‘Het paard’, onder de grootere ‘Een levensdroom’ en ‘Dukske’ de geschiedenis van een hond. Als op een model-vertelling (waarmede de Vereeniging tot bescherming van dieren propaganda zou kunnen maken voor hare goede zaak) vestigen wij de aandacht op het voortreffelijk tafreeltje ‘Het paard’, zeven kleine bladzijden, meer niet, over een paard dat bijna een kind had overreden en over een voerman, maar gezien en gevoeld en in treffenden eenvoud verteld met kleine trekjes van groote kunst.