De Gids. Jaargang 61
(1897)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 569]
| |
Toasten.De geschiedenis van deze maand behelst een paar frappante gevallen en een reeks van toasten. Frappante gevallen: de moord op Cánovas gepleegd; dito op den president der republiek van Uruguay. Zal ik bij dit hoofd ook het duel tusschen den graaf van Turijn en Henri, prins van Orleans, onderbrengen? (Mij dunkt, er is deze maand nog meer treffends gebeurd; het zal mij misschien te binnen schieten wanneer ik dit overzicht gesloten heb. En dan is het tijds genoeg. Want met een paar moorden en een geruchtmakend duel, als toegift, kan een enkele maand volstaan.) Tot de toasten reken ik niet alleen de woorden die er door den Czar en Keizer Wilhelm en president Faure bij gelegenheid der samenkomsten in Rusland gesproken zijn, maar ook al die plannen die, naar aanleiding van feestelijkheden te berde gebracht, vooreerst nog maar het karakter hebben van een goed geconditioneerden ballon: te weten, ze hangen in de lucht. En daarbij behoort de gedachtenwisseling tusschen den Engelschen minister Chamberlain en de premiers der Engelsche kolonies over een ontwerp tot nadere aaneensluiting der volkplantingen (wat 'n mooi woord ‘en in dit geval hoe karakteristiek’) aan het moederland. Wel heeft die gedachtenwisseling al een paar maanden geleden plaats gehad, maar ze is nu pas gepubliceerd, en in zoover is de toast nog eerst weinige dagen oud. Het zou jammer zijn zich door chronologische scrupules te laten weerhouden om er melding van te maken. Maar onder dezen uitleg loopen de treffende gebeurtenissen gevaar in het vergeetboek te komen. Cánovas was een staatsman en een literator, in den trant van Guizot, en conservatief als de Franschman. Een Guizot in 't leelijke, - wat het uiterlijk betreft, - | |
[pagina 570]
| |
en in 't cynische, - eveneens wat het uiterlijk aangaat. - (Cynisme wordt in dit seizoen veel gedragen, zegt de politieke kleeremakersalmanak.) Hij heeft den boel bijeen willen houden in Spanje, en men moet erkennen dat het hem niet geheel mislukt is. Het meubilair staat in 't land nog ongeveer op zijn plaats. Dat's alles wat ik van Cánovas weet te vertellen. En over den moord? Zijn vrienden hebben gezegd dat de minister op tijd gestorven is. Van daag nog een groot man, juist als Guizot in 1847, morgen, - want daar is Cuba, daar zijn de Philippijnen, daar zijn de Carlisten, daar is een aanstaande breuk met de Vereenigde Staten, en daar is geen geld, - morgen, het bankroet van de monarchie en van de grootheid van den grooten man. Waar die goede anarchisten al niet voor dienen! Zij vullen bommen, en meteen vullen ze de Kalenders met heiligen en met groote mannen. Maar denkelijk hebben Cánovas' vrienden niet anders dan een banaliteit gezegd, - dat's de functie van vrienden. Zijn vrouw deed 't beter. Wat versch van adel, hoewel ze een groote dame is, heeft ze de trekken van het ras nog onbedorven natuurlijk bewaard. Toen de moordenaar heeterdaads gegrepen werd, vloog zij op hem toe en sloeg hem met haar waaier in 't gezicht. ‘Ik had niets tegen Cánovas,’ zeide de man, ‘ik heb alleen den minister willen dooden.’ Maar zij hoorde hem niet, want zij lag al over haar stervenden echtgenoot heengebogen. Bij het lijk, toen het in staatsie ten toon gesteld was, toen het oogenblik van afscheid nemen naderde, drongen de woorden van den anarchist misschien pas tot haar brein door. ‘Ik vergeef den moordenaar,’ sprak ze, en haar oog vol tranen richtte zich naar de gestalte van den geliefden man. ‘Dat is het eenige wat ik voor u nog doen kan.’ Cánovas was te plotseling gestorven om zijn ziel te kunnen reinigen door aan den boosdoener vergiffenis te schenken. Zijn vrouw sprak voor hem het zware woord. Die slag met den waaier en dat woord van vergeving! Welk mooi gebaar! Och heeren anarchisten, wanneer ge niet eenmaal meer het monopolie van ‘le beau geste’ behoudt, terwijl ge uw doel toch voorbijschiet, zoudt ge dan uw stiletto's, pistolen en bommen niet liever opbergen! De vermoorde president van Uruguay... Maar men begrijpt en ziet het wel: die sensationeele, door hun directe werkelijkheid hard en rauw treffende voorvallen van de maand hebben slechts een geringe beteekenis in vergelijking van | |
[pagina 571]
| |
het vlottend materiaal aan uitzichten en ontwerpen dat deze weken ons hebben gebracht.
Er zijn een paar mannen grooter geworden, in de laatste dagen. ‘Die Persönlichkeit Faure's wächst,’ meldt een Duitsch telegram van heden, en hoe zou men twijfelen waar een Duitscher dit zegt! Van den Czar deelt een verslaggever mee: Zijn baard draagt de Czar thans iets korter, maar zijn gestalte is rijziger geworden. Natuurlijk, beide zijn gegroeid na het uitspreken van hun toasten op de ‘nations amies et alliées’ aan boord van het oorlogschip, de Admiraal Pothuau. Zij hebben aan de wereld het bestaan van een verbond tusschen Rusland en Frankrijk verkondigd, - let wel, van een versch tractaat dat in plaats van de vroegere militaire conventie is gekomen. Daarmee is de toestand van Europa bepaald geworden. Een Europa bestaat weer; en het zwaartepunt ligt, officieel geconstateerd, in Rusland. Want om de juiste verhouding tusschen Frankrijk en Rusland te schatten dient men in 't oog te houden dat er nog een derde is die een ‘wachsende Persönlichkeit’ voorstelt, - een derde die dit, en dit ook alleen, tegen zich heeft om voor ‘groot’ te kunnen doorgaan, dat hij steeds met zijn heele zielsspanning er naar streeft om grooter dan groot te wezen. Die derde heeft in een hartstochtelijken toast al de krachten van zijn land ter beschikking van den Czar gesteld om den vrede in Europa te handhaven; de vrede, dat is: het vaste voornemen van de meerderheid der groote mogendheden om hun beredeneerden wil door te zetten. En om de belangen van dienzelfden Europeeschen vrede, zoo opgevat, is het in de artikelen van het tractaat tusschen Frankrijk en Rusland te doen. Het oudere verbond van de drie mogendheden, Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en Italië sluit zich op die wijs, door zijn leider, den Duitschen Keizer, bij het nieuwe tweemogendhedenverbond aan; Rusland wordt, voor alle gevallen der praktijk, scheidsrechter en toonaangever, Duitschland en Frankrijk komen in de positie van concurreerende satellieten. Geweldig het overwicht dat aan Rusland door dezen stand der dingen toevalt. Mits het den vrede weet te bewaren. In de eischen die de Europeesche vrede stelt ligt alleen de beperking van zijn overmacht. Waardoor kan de vredestoestand verbroken worden? Er zijn nog kleine mogendheden in Europa; en er is Engeland, een wereldmacht, door zijn ligging ook een Europeesche mogendheid. | |
[pagina 572]
| |
Men heeft gezegd dat de spits van het vastelandsverbond tegen Engeland is gekeerd. Onzuivere uitdrukking, en onzuivere voorstelling. Het vastelandsverbond heeft geen dreigend uitsteeksel, geen spits; het wil de orde houden; het zoekt geen oorlog, want met een oorlog ligt het uit elkaâr. Wel is het waar dat het Engeland heeft geïsoleerd. Het isolement van Engeland is, door het nieuwe verbond tusschen Frankrijk en Rusland, volkomen geworden. Engeland heeft als eenig terrein van mogelijke werkzaamheid in Europa, niet anders meer dan de kleine staten. (Daarom wil het nu ook Griekenland niet loslaten.) Maar het bezit in zichzelf nog een bron van ongemeten en onmetelijke macht. Die steunpuntjes en lastpostjes buitenaf in Europa, daar is het voor Engeland heusch niet om te doen. Met zijn ongebroken politiek instinct heeft Engeland het plan opgezet om de betrekkingen met zijn kolonies te bevestigen. Het grootere-Engeland, het wereld-Engeland moet uit de wolken der ideeën op den vasten grond neerdalen, en tot een macht groeien die met de andere vijandig-onverschillige helft der wereld in evenwicht staat. Chamberlain's besprekingen met de ministers der koloniën trekken vast de groote lijnen van een plan voor een gemeenschappelijke leiding der rijkszaken, voor een gemeenschappelijke wapening en verdedigingsorganisatie, voor gemeenschappelijke maatregelen omtrent handel en recht. Hoe weinig daarvan is dadelijk uitvoerbaar! Wenschen alleen zijn aangeduid. Een duidelijk begrip van de organen voor zulk een bond van vrije, ver uiteenliggende staten heeft nog niemand. En zullen de Vereenigde Staten van Amerika, wanneer ze eenmaal hun periode van politieke matheid te boven zijn, niet een grooter aantrekkingskracht blijken te bezitten op Canada, ja zelfs op Vereenigde Staten van Australië, dan het verafgelegen aristocratische Engeland? Allerlei mogelijkheden .... Neen, het toastenstadium is het plan van een Grooter-Vereenigd-Brittannië nog niet voorbij. Maar dacht ge soms dat de vastelands-verbondscombinatie veel hechter is? Ze berust op de standvastigheid van de Fransche republiek, en op de gematigdheid van Keizer Wilhelm. Dingen die in een toast heel aardig klinken, maar waarin te veel toasterigs is.
B*. |
|