Een gheestelijck lust hofken
(1722)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– AuteursrechtvrijOp de wijse: Ick segh het zijn myn liefs bruyn oogen.
O Maria! Fonteyn vol deuchden,
Wy eeren u met vreuchden,
Want ghy ons Patronersse zijt:
| |
[pagina 93]
| |
Alle geslachten moet u prijsen,
En sonderlingh eer' bewijsen
Godts lieve Moeder gebenedijdt. Alle, etc.
Reyn onbevleckt suyver van sonden,
Zijt ghy perfeckt een Maget gevonden
Voor Godt een spiegel onbesmet,
Daerom had hy in u behagen,
Die ghy met vreuchden hebt gedragen,
In u Maeghdelijck lichaem net.
Daerom, etc.
Gy waert seer wijs in Godt te minnen,
Want u verstant dat was van binnen,
Verlicht al met Godts gratie rijck:
Voorsichtigh waert ghy in u werken,
V groote wijsheyt kostmen mercken
Vyt uwe woorden soberlijck.
Voorsichtigh, etc.
Ootmoedigh waert ghy uytgelesen,
Als ghy u selven noemt te wesen
Een Dienst-maegt slegt des Heeren schoon,
Daerom zijt ghy met grooten weerden
Seer hoogh verheven van der eerden,
Hier boven in des Hemels Throon.
Daerom zijt, etc.
Gy hebt gelooft Godts woort waeragtig,
Door u groote geloove krachtigh
Hierom zijt gy saligh geacht,
Want ghy en waert niet twijffelachtigh
Dus heeft die Heere Godt Almachtigh
Sijn beloften in u volbracht:
Want gy, etc.
Gy waert devoot in u gebeden,
| |
[pagina 94]
| |
Seer vierigh met ootmoedigheden,
Quamen: sy voor Gods Majesteyt
En in Gods woort te mediteren,
Waer ghy verlicht in't comtempleren,
Met groote stille aendachtigheyt.
En in Godts, etc.
Gehoorsaem oock in goede dingen,
Waert gy bequaem om te volbringen,
Altoos den wille Godts perfeckt:
Men hoorden u niet murmureren,
Niemant en sagh u rebelleren,
V overheydt waert gy subjeckt.
Men hoorden, etc.
Ghy heb bemindt willigh armoede,
Een slecht habijt, weynigh van goede
Dus dienden ghy den Heer getrou,
Want uwen Soon op deser eerden
Soo veel niet hadt, noch oock begeerden,
Daer hy sijn hooft op rusten sou.
Want uwen, etc.
Vervuldigh waert gy in u lijden,
Gy danckten Godt tot allen tijden,
In alle druck en tegenspoet
Met blijdtschap hebt gy dat ontfangen:
Als eenen schat met groot verlangen
Van die handen des Heeren goet.
Met blijdtschap, etc.
Godtvruchtigh in alle manieren
Placht gy te sijn in converseren,
Tot alle menschen arm en rijck
Om die bedroefden te vertroosten,
Te leeren met goede propoosten,
| |
[pagina 95]
| |
Waert ghy seer goet en vrindelijck.
Om die, etc.
Met droefheyt groot waert gy bevangen,
Doen ghy u lieven Soon sagh hangen,
Verwant aen't Kruys naeckt ende bloot:
Hierom u hert moest door-booren,
Als Simeon u seyd' te voren
Het bloedigh zweert des droefheyt groot,
Hierom, etc.
Princesse onse Patroonersse
Weest onser aller Voorsprakersse,
By Iesum uwen Soone jent
Dat hy ons hier gratie wil geven,
Dat wy Godtvruchtigh mogen leven,
In dees rien deuchden excellent. Dat hy, etc.
|
|