Een gheestelijck lust hofken
(1632)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– AuteursrechtvrijMet schoone lieffelijcke geestelijcke ghesanghen beplant, door eenen Catholijcken pastoor
Op de wijse: Cur mundus militat.
SEght wat helpt alle welt
Met allen goet en gelt ?
Alles verdwijnt geswindt
Gelijck roock inden windt.
Alles, &c.
Wat helpt den hoogen throon
Den Scepter, en den Croon,
Scepter en Regiment
| |
[pagina 125]
| |
Heeft alles haest een endt.
Scepter, &c.
Wat helpt sijn hups en fijn,
Schoon als die Eng'len zijn,
Schoonheyt vergaet int graf
Die roosen vallen af.
Schoonheyt, &c.
Wat helpt u gout-geel hayr
Als Christal oogen claer,
Lippen Corallen root
Alles vergaet ten doot.
Lippen, &c.
Wat is dat gulden stuck
Van gout, steen en gesmuck,
Gout is nu roode aerdt
Die aerdt is niet veel waert.
Gout is, &c.
Wat is dat root gewant
Dat purper wert genant,
Van Slecken wt dat meyr
Komt alle purper her.
Van Slecken, &c.
Wat is der zijden pracht,
Wie heeft den pracht gewracht,
Het hebben worm gemacht,
Den gantschen zijden pracht.
Het hebben, &c.
Wat zijn dan sulcke ding,
Die ghy acht niet gering,
Aerd, worm-dreck, slecken-bloet
Is dat ons cieren doet.
Aerd, worm. &c.
| |
[pagina 126]
| |
Is dat niet phantasy,
En groote sotterny,
Al is het geckerny,
En louter phantasy.
Al is, &c.
|
|