| |
| |
| |
Colligite
Het is de bedoeling onder deze titel bij gelegenheid enkele gedichten of andere documenten te publiceren die hetzij als dusdanig hetzij in die vorm niet bekend of moeilijk bereikbaar zijn. Het stuk wordt telkens beschreven en de vindplaats ervan wordt meegedeeld. De tekst zelf wordt zo getrouw mogelijk weergegeven; daarbij worden eventuele fouten, onnauwkeurigheden of slordigheden niet verbeterd en slechts uitzonderlijk van de aanduiding sic voorzien.
| |
1
Plano van het gedicht Zoo lange als Vlaanderland mag Priesters dragen
Aan eerweerden Joris Masureel als hij den 20sten dag van Loijmaand 1886 zijne eerste misse zong te Couckelaere zijne geboorteprochie.
Zoo lange als Vlaanderland mag Priesters dragen,
en zulke die, hun plicht getrouw,
geen vreemd geweld des vijands hulde dragen,
geen vijand dien ik vreezen zou!
Staat vast dan, Gij, onlangs gewijde,
staat vast en gordt u aan ten strijde,
daar 't Waarheid, Recht en Vrijheid geldt;
maar, vreedzaam, vriendlijk, vroom en blijde,
blijft menschenvriend, O Priesterheld!
Zoo zal ons volk den schat bewaren
zijns eigendoms, door niets gekrenkt
van 't gene uw hert en geest den volke schenkt;
zoo zal ons volk nog lange jaren,
't zij wat men durft met hand en tand,
uit eigen stam, God vrije vruchten baren,
| |
| |
- | Stevig, geelachtig karton (11,7 × 18,3 cm.), met afgeronde hoeken en vergulde snede; tekst in zwarte inkt, tweede regel (naam) is goudbruin. Onderaan de naam van de drukker: Brugge, L. Herreboudt-Claeys. Keerzijde blanco. |
| |
- | Verscheen in T met belangrijke varianten o.m. in de aanhef:
Zoo lange als God ons land zal Priesters jonnen,
en zulke die, hun plicht getrouw,
al 's vijands vreemd geweld verachten konnen.
geen vijand dien ik vreezen zou!
en verder, behalve de leestekens en de hoofdletters resp. kleine letters, in het slot: ‘Vlanderland!’ i.p.v. ‘Vlaanderland!’. Baur (dundr. II, blz. 289 v.) dateerde het erg onnauwkeurig: ‘1892(?)’ en J. De Cuyper (Jub. T II), die geen varianten vermeldt (blz. 74), noteert (blz. 252): ‘Datum en bestemmeling van het stuk vooralsnog niet ontdekt’. |
| |
- | De Heer Raf Seys uit Koekelare deelde ons de volgende biografische gegevens mee: Joris Masureel werd op 10 december 1862 te Koekelare geboren: in september 1886 werd hij professor te Kortrijk en op 18 december van dat jaar ontving hij de priesterwijding te Brugge (cf. ook De Zondagbode van het Bisdom van Brugge XI, 1886-1887, blz. 11); hij werd onderpastoor te Ledegem in oktober 1897 en overleed daar op 8 augustus 1914. De moeder van Joris, Maria-Ludovica Desnick (o Koekelare 1836), huwde, toen haar eerste man, Constantinus-Vitalis Masureel, in 1870 op 44-jarige leeftijd overleden was, met Dr. Karel de Gheldere op 26 juni 1871. (Voor meer gegevens zie Raf Seys, De dichter van de rozen, Koekelare 1950, o.m. blz. 54 vv. en 312, voetn. 19). |
| |
- | Joris Masureel droeg zijn eerste mis op te Koekelare op 20 december 1886; de naam Loijmaand in de titel betekent hier dus december; bij Gezelle kon dat woord ook de maand januari aanduiden (zie hiervoor de Duikalmanakken op het eerste blaadje van die maanden). |
| |
- | AMVC G 3633 D2d (los blad), nr. 4906. Het stuk werd aan het AMVC geschonken door het H. Verriestfonds op 29 oktober 1934 (cf. mondelinge informatie). |
J.B.
| |
| |
| |
2
Handschrift van het Kleengedichtje Vele menschen zijn in nood
Vele menschen zijn in nood,
Schrikken zelfs niet van de dood,
Liegen ende spreken groot,
Om te leeren?... Mieren zoeken!
R[oe]sselaere i.f. Sti Laurentii. AD. 1860
[w.g.] Guido Gezelle pbr
[de haal onder de handtekening eindigt in het bekende hoekige kluwen met de vier puntjes].
| |
| |
- | Gezelle schreef dit gedicht op de keerzijde van een prentje (7,5 × 11,4 cm.) dat Christus voorstelt zijn kruis dragend temidden van een menigte ordeloos door elkaar staande kruisen, waarop de namen voorkomen van ca. 23 beproevingen zoals: Ziekten, Verstervingen, Lastering, Inzurien, Martelie, Scrupulen enz. Het onderschrift luidt: ‘Die my naer komen wilt, die neme zyn kruis op en volge my naer. Math: 16.’. Onderaan komt de naam van de uitgever voor: Lith. de J. Petyt, Bruges. In het Gedenkboek van Hendrik Van Doorne zoals het werd uitgegeven, ingeleid en geïllustreerd door A. Viaene, vernemen we dat Gezelle in die jaren vaak prentjes met dezelfde voorstelling gebruikte om zijn gedichtjes aan zijn leerlingen te schenken (Biekorf L, 1949, blz. 229). |
| |
- | Boven het gedicht heeft Gezelle een kruisteken aangebracht. Het runeteken onder de handtekening is zonder enige twijfel het bekende ‘kruis, [of] dobbel kruis, ... dat... alhier, aldaar bezet met puntekes, ... bewijst die vijf zoete wonden Christi’ (Jub. L.V., blz. 216), een symbolisme dat door vele leerlingen werd nagebootst (ibidem, blz. 361). Waar echter vijf puntjes worden verwacht - ook door Baur (ibidem) -, tellen we er maar vier. De gilde ‘De westvlaamsche Gebroeders’ die nog in 1876 aan al haar leden voorschreef een kruisteken boven hun geschriften en het symbolische runeteken onder hun handtekening aan te brengen, telde er ook maar vier: ‘Achter zijn handteken moet er een enkelen of dubbelen trek staan met eene doorschreve die een kruis of X uitmaakt en tusschen de arms vier stralen of tikkelkens’ (Die seer scone Historie ofte gheschiedenisse... [van]... De Vlaamsche Vlagge..., Tielt 1926, blz. 38; zie ook blz. 31). |
| |
- | Het feest van de H. Laurentius wordt op 10 augustus gevierd. P. Allossery (Jub. GGG II, blz. 235) kon het gedicht niet dateren; Baur (dundr. I, blz. 503) raadde (?) erg nauwkeurig: ‘1860 (?)’. |
| |
- | Dit handschrift bevat enkele varianten die niet in de reeds bekende kopieën van Verriest of Van Doorne voorkomen (Jub. GGG I, blz. 159). |
| |
- | Onder Gezelles handtekening werd door een andere hand de naam ‘Victor Van Coillie’ geschreven: mogelijk een handtekening van Van Coillie zelf, voortgaande op de haal onder zijn naam. |
| |
- | SBK, Biogr. Fl. Occ., bundel 68. |
J.B.
| |
| |
| |
3
Handschrift van het onuitgegeven gedicht Sinte Anne, hooggeprezen
Aan iefvrouw Anna Demets, op haren
Patroondag, den 26 Julij 1876.
Sinte Anne, hooggeprezen,
Zij mocht de moeder wezen
Der moeder van Gods Kind;
En 't is daarom, vandage,
Van een die geeft goe lesse
Van een die 'k, heel mijn leven,
In blijdschap of verdriet.
Zij heeft, in kwade dagen,
Heeft ze uit mijn hoofd gesteken,
En me altijd voorgestaan.
'k Ben geren een van de eerste
Die spreekt de liefdetaal.
Van hier nog lang te leven,
Van pijn en zuchten vrij;
| |
| |
Van vruchten rijke en fijn,
Van goud- en zijden kanten:
't En mag geen ander zijn.
En mocht ik dan, van verre,
Dit zou toen, iefvrouw Anna,
De bruiloft zijn van Cana:
God geeft dat 't alzoo draait!
De ij is overal gestipt behalve in II, 6: blydschap. In III, 4 lezen we fauten met a.
- | Handschrift van Gezelle. |
| |
- | Dubbel vel; 13,5 × 21 cm.; rechthoekige staande ruitjes; blz. 1 en 3 beschreven; zeer verbleekte blauwe inkt; document is in slechte staat. |
| |
- | Drie strofen werden op blz. 1 en vier op blz. 3 geschreven, de laatste drie regels van de laatste strofe schuin in de marge. |
| |
- | Het gedicht was bestemd om door Sylvie Ballegeer gelezen te worden t.g.v. de naamdag van mejuffrouw Anna Demets, die samen met haar oudere zuster Marie, Gezelle behulpzaam was in het bestuur van het patronaat der Kathrientjes; zie hierover de licentieverhandeling van Jean-Pierre Couttenier, Guido Gezelles Kortrijkse gelegenheidsgedichten - De Cathrientjes (1875-1899), Leuven 1970, machineschrift, blz. 183 vv.; Couttenier maakte uit dat de spelling van de naam van de Kortrijkse arbeidster Balegeer en niet Ballegeer is. |
| |
- | SBK, Gezellearchief, Doos 1, Map: Handschriften. |
J.B.
| |
| |
| |
4
Handschrift van het tekstje Sint Paulus, myn kameraad...
Sint Paulus, myn kameraad in den hemel schreef over veel jaren in eenen brief naar zijnen discipel Timotheus, aan 't vijfde capitel [sic] het 23ste vers, dat hij moeste alle dage een teugske wyn drinken propter stomachum, voor zynen estomak! Doet gij dat ook, en 't is daarom dat Sint Niklaus...
In r. 1/2 (r. 2 in het hs.) werd over veel jaren in achteraf boven de r. geschreven; in r. 3 (r. 5 in het hs.) werd teugske boven het doorgestreepte weinigske geschreven.
- | Handschrift van Gezelle; wellicht een inleiding tot een humoristische toespraak of heildronk. |
| |
- | Enkel vel dun vergeeld papier; 20,9 × 13,6 cm.; zwarte inkt; in linkerbovenhoek, in blauw potlood, een onleesbaar woord gevolgd door een vraagteken; scheurrand boven. |
| |
- | De tekst werd geschreven op de keerzijde van een druksel waarin A. Siffer op 1 december 1892 meedeelt dat zijn drukkerij, boek- en papierhandel overgebracht zijn van de Hoogpoort, nr. 52-54, naar de St.-Baafsplaats, Kruisstraat, nr. 2. |
| |
- | 1 Tim. V, 23 luidt: ‘Bewaar uw reinheid; drink niet langer water alleen, maar gebruik wat wijn voor uw maag en uw voortdurende ongesteldheid.’ |
| |
- | AMVC G 3633 H 33203; aangekocht bij Tavernier te Gent op 20 januari 1947. |
J.B.
| |
| |
| |
5
Handschrift van het gedicht Le Dieu de mon Baptême
Loué soit Jésus-Christ! Amen.
†
Pieux souvenir de la Première Communion de Mlle Julia Croquison. Courtrai le [niet ingevuld] Mars 1899
Chrétienne, et vis en moi.
Jesus vit dans mon Coeur.
D'un coeur reconnaissant,
Aanvankelijk stond er in I, 1: de mon enfance; I, 3: me baptiser: II, 3: grandis; V, 1: Mamman, mon frère. Het eerste letterteken van V, 2 werd onleesbaar gemaakt en door D vervangen. - In het hs. bleven même (1, 3), Jésus (III, 4) en Bénissons (V, 3) zonder accent en werd Maman (V, 1) met een dubbel m-teken geschreven.
| |
| |
- | Handschrift van Gezelle. |
| |
- | Enkel vel, met kleine vierkante ruitjes; 13,7 × 21,1 cm.; zwarte inkt; scheurrand rechts. |
| |
- | Op keerzijde staat: ‘Geloofd zij Jesus-Christus! Amen. // Ter blijde indachtigheid’, blijkbaar het afgebroken verkeerde begin van de Nederlandse versie van het eerstecommunieprentje voor dezelfde. Dit laatste wordt ook in het AMVC bewaard (G 3633 H 33.202/4), het heeft in zijn titel ‘Blijde gedenkenisse...’ zoals bij Baur (dundr. III, blz. 65 v.). De datum - in de Franse tekst niet ingevuld - is er 23 maart; bij Baur 21 maart. In 1899 was 21 maart de dinsdag en 23 maart de donderdag in de week vóór Palmzondag. Het handschrift van de Nederlandse versie vertoont slechts enkele onbelangrijke varianten; vermeldenswaard is alleen in strofe 5, r. 1: ‘Vader, Moeder, Broêrken, Vrienden,’ i.p.v. ‘Vader, Moeder, Broêr en vrienden,’. |
| |
- | Julia Croquison (o Kortrijk 2 sept. 1887) was de dochter van Achiel (Kortrijk 1845 - 1918) en van Clémentine Vandendaele (o Ronse 1864), en de kleindochter van de bekende architect Petrus Croquison (Kortrijk 1806 - 24 maart 1887). |
| |
- | AMVC, G 3633, H 33.202/4b; het document werd aangekocht bij Tavernier te Gent op 17 juli 1946 of 20 januari 1947. |
J.B.
| |
| |
| |
6
Handschrift van het gedichtje Als 't wordt tyd voor 't avegebed
Als 't wordt tyd voor 't avegebed
als 't wordt tyd voor 't avegebed
vroeg op te zyn, vroeg slapen!
[w.g.] Guido Gezelle p[r.]
Aanvankelijk stond er in r. 3: gerend [?] en niet gegapen;
- | Handschrift van Gezelle. |
| |
- | Enkel velletje; 10,7 × 13,8 cm.; dun papier met rechthoekige staande ruitjes; purperen inkt; het document is zeer vergeeld, de tekst wordt onleesbaar. |
| |
- | De bovenzijde is voorzien van een strookje bruin kleefpapier, waarmee het document blijkbaar ingeplakt is geweest; onderaan staat ondersteboven in een andere hand (?) en in bruine inkt: Jesu, allerliefste Kind!; in de derde regel is met potlood gerend en niet ge doorgestreept en vervangen door gebeden zonder: scheurrand links en beneden. |
| |
- | AMVC, G 3633, H 66284; het document is afkomstig uit de nalatenschap van Monteyne-Loosveldt, 17 mei 1961. |
J.B.
|
|