[Nummer 2]
Woord vooraf
In dit nummer verschijnen de referaten die werden gehouden tijdens het colloquium Editiewetenschap en de briefwisseling van G. Gezelle dat door het Centrum voor Gezellestudie te Antwerpen werd ingericht op 5 juni 1991. De organisatie gebeurde in samenwerking met het Guido Gezellegenootschap, het Departement Taal- en Letterkunde en de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Ufsia (Universiteit Antwerpen).
Het colloquium vond plaats naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Centrum voor Gezellestudie en was er vooral op gericht de inzichten van en recente ontwikkelingen binnen de editiewetenschap te confronteren met de stand van zaken in de uitgave van een belangrijk en omvangrijk deel van het Guido Gezellearchief, nl. de briefwisseling. De problematiek die hiermee samenhangt is actueel en een kennismaking met standpunten die in internationaal perspectief omtrent de uitgave van literaire teksten en documenten uit het verleden momenteel worden ingenomen, kan voor de Gezellestudie alleen maar vruchtbaar zijn. Dit geldt overigens voor de studie van Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw in Vlaanderen als geheel.
Op het colloquium werd het onderwerp zowel van buitenaf als vanuit de Gezellestudie zelf belicht. Bij de uitnodiging van sprekers werd er vooral op gelet dat uiteindelijk zowel de editiewetenschap als de Gezellestudie aan de orde konden komen. Marita Mathijsen, docent aan de Universiteit van Amsterdam en vooral bekend voor haar uitgave van de brieven van De Schoolmeester (1987) sprak over Het dilemma van de brievenediteur. Marijke Stapert-Eggen, verantwoordelijk voor het beheer van de autografen in de Handschriftenkamer van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, stelde als mede-editeur de uitgave voor van de correspondentie van Albert Verwey. Piet Couttenier, directeur van het Centrum voor Gezellestudie, belichtte de stand van zaken van de uitgave van de Gezellebriefwisseling en stelde de problematiek van een editieproject voor. Johan van Iseghem onderstreepte het belang van de brieven voor de verdere studie van Gezelle zoals hij dit vanuit zijn eigen onderzoek van Gezelles debuut ervaren heeft. R.F. Lissens hield een gelegenheidstoespraak bij 25 jaar Centrum voor Gezellestudie.