Gezelliana. Jaargang 2

[p. 194]

Over de auteurs

Benno Barnard (Amsterdam, 1954) woont sinds 1976 in België. Redacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift. Publiceerde o.a. een bundel essays over poëzie, Tijdverdrijf voor enkle fijne luiden (Dedalus, 1987).

Hugo Brems (1944) is hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de K.U. Leuven en docent aan de ufsal te Brussel. Redacteur van Dietsche Warande & Belfort en van het Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945. Publiceert over hedendaagse poëzie en literatuur in dwb, Ons Erfdeel en De Morgen. In boekvorm: De brekende sleutel (1971), Al wie omziet (1981) en De rentmeester van het paradijs (1986).

Paul Claes (Kessel-Lo, 1943) studeerde klassieke en Nederlandse en Engelse letteren. Gepromoveerd op een studie over H. Claus (1981, in boekvorm: De mot zit in de mythe, 1984). Dichter, vertaler en essayist. Publiceert over poëzie en literatuur(theorie) in diverse tijdschriften. In boekvorm o.a.: Het netwerk en de nevelvlek (1979), Claus-reading (1984) en Echo's echo's. De kunst van de allusie (1988).

Ton van Deel (1945), universitair docent Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Medeoprichter van het tijdschrift De Revisor, redacteur van 1974-1980. Literair recensent van het dagblad Trouw sinds 1969. Recensies; keuze uit tien jaar dagbladkritiek (Querido, 1980). De komma bij Krol en andere essays (Querido, 1986). Gedichten 1969-1986 (Querido, 1988).

Remco Ekkers (Bergen-NH, 1941) woont in Groningen, waar hij literatuur en drama doceert aan de Noordelijke Hogeschool. Hij publiceerde gedichten voor 12+ bij Leopold. Voor Haringen in sneeuw ontving hij in 1985 een zilveren griffel. Na Praten met een reiger verscheen Van muis tot minaret. Bij uitgeverij Meulenhoff publiceerde hij tot nu toe: Een faun bij de grens en De vrouw van zwaarden (1989). Hij schrijft sinds 1976 poëziekritieken in de Gentse Poëziekrant; sinds 1987 in De Gids.

Joris Gerits (1943). Hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde en Nederlandse taalbeheersing (ufsia). Voorzitter van het Centrum voor Didactiek (ufsia). Redactielid van Streven. Medewerker van het Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945 en van het Lexicon van Literaire Werken. Publiceert bijdragen en recensies over moderne Nederlandse letterkunde in Streven, Boekengids, Ons Erfdeel, De Morgen.

Camiel Hamans (Herten 1948). Gedurende 15 jaar werkzaam als taalkundige aan o.m. de Universiteit van Amsterdam, de Rijksuniversiteit Leiden en de Adam Mickiewicz Universiteit te Poznán (Polen). Werkte van 1984 t/m 31.8.1990 als hoofd culturele programma's van de kro-radio te Hilversum, alwaar hij ook als poëziecriticus fungeerde. Vanaf 1.9.1990 adjunct-hoofdredacteur van het dagblad De Stem in Breda (N.-Br.). Publiceerde over poëzie o.m. in Spektator,

[p. 195]

Bzzlletin en Nadruk. Was met Jan Luif en Ina Schermer redacteur van de bundel In dienst van de tekst. 17 interpretaties van poëzie, Amsterdam, Huis aan de Drie Grachten, 1987.

Wiel Kusters (1947), dichter en essayist, is redacteur van De Gids en publiceert poëziekritieken in de Volkskrant. Als hoogleraar in de algemene en Nederlandse letterkunde is hij sinds 1989 verbonden aan de Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht. Over poëzie publiceerde hij: Een tuin in het niks. Vijf opstellen over Gerrit Kouwenaar (1983), De killer. Over poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar (proefschrift, 1986), X kijkt in Y. Vijf causerieën over Pierre Kemp (1986), Raad van Alfabet (1987), Dit lege hart. Over J.C. Bloem (1987), Monoloog in de bergen. Over Rutger Kopland (1988), De geheimen van wikke en dille. Aantekeningen over poëzie (1988) en Pooltochten (inaugurele rede, 1989).

Patrick Lateur (1949), classicus en leraar m.o. te Gijzegem, publiceerde gedichten in diverse tijdschriften en werkt als criticus en recensent mee aan o.m. Boekengids, Poëziekrant en Wij. Als lid van de kernredactie van het tijdschrift Vlaanderen stelde hij een nummer samen over De klassieke oudheid in de Vlaamse kunsten (1990). Voor het Claesgenootschap bereidt hij een uitgave voor van de moedernovellen van Ernest Claes (1991).

Guus Middag, poëziecriticus van nrc/Handelsblad. In 1990 verscheen Ik ben een napraatpapegaai. Dertig kleine essays over poëzie (De Bezige Bij).

Anne Marie Musschoot (1944), gewoon hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent, auteur van verscheidene artikelen over moderne Nederlandse Literatuur in diverse tijdschriften, vast medewerkster aan Ons Erfdeel. Auteur van o.a. Het Judith-thema in de Nederlandse letterkunde (1972), Karel van de Woestijne en het symbolisme (1975), Van Nu en Straks 1893-1901 (bloemlezing, 1982), Vlaams Leesboek (bloemlezing, met J. Deleu, 1986). Werkte mee aan de uitgave van het Verzameld Werk van C. Buysse en van G. Walschap.

Rudolf van de Perre (1934), lic. Germ. Fil., leraar h.s.o., behoort tot de redactieleiding van Vlaanderen en is medewerker aan tal van tijdschriften, o.a. Boekengids, Dietsche Warande & Belfort, Ons Erfdeel. Publiceerde een drietal dichtbundels en meerdere essays en monografieën (o.a. over M. Vasalis, Christine D'haen, André Demedts, Anton van Wilderode). Zijn essays hebben vooral betrekking op de hedendaagse Nederlandstalige poëzie: Poëzie en leven (1968), Ik snijd in dit ivoor (1970), De gekleurde wereld (1979), Er is nog olie in de lamp der taal (1982), Die lezen mogen eenzaam wezen (1987).

Fons Sarneel (1924) was leraar Nederlands en schreef in de jaren '60 kritieken voor Vrij Nederland en de Volkskrant. Was redacteur van het letterkundig tijdschrift Raam.

Jan Schoolmeesters studeerde Germaanse Filologie aan de K.U. Leuven; bibliothecaris Filosofie, Letteren en Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit

[p. 196]

Brabant te Tilburg, uitgever bij Tilburg University Press. Publiceert vooral over Vlaamse poëzie. Artikelen onder andere over A. Bontridder, P.G. Buckinx, Jos de Haes en Jan van Nijlen.

Jan Willem Schulte Nordholt (Zwolle, 1920), dichter en historicus. Emeritus-hoogleraar in de cultuur en geschiedenis van Noord-Amerika aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Lid van het Guido Gezelle Genootschap en samensteller van de bloemlezing: Ontmoeting met Guido Gezelle (Kampen 1980 en in de serie Ontmoetingen met Mystici).

Hans Werkman (1939) is literatuurcriticus bij het Nederlands Dagblad en redacteur van het literair tijdschrift Woordwerk. Literatuurkritieken bundelde hij in Een calvinist leest Maarten 't Hart (1982), Aangekruist (1982), Boekopener (1985), Gerommel van Büch tot Bommel (1989) en Boekwerken (1990). Voor de biografie De wereld van Willem de Mérode (1983) kreeg hij de Henriëtte de Beaufortprijs. In 1987 bezorgde hij de Mérodes Verzamelde Gedichten. Hij publiceerde verder gedichtenen verhalenbundels en boeken over hartchirurgie.