Gezelliana. Jaargang 2
(1990)– [tijdschrift] Gezelliana (1989-2014)– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
Kroniek 1988 en 1989Ga naar eind*Bij het Guido Gezellegenootschap zijn enkele belangrijke wijzigingen te vermelden, vooreerst van statutaire aard: de zetel van het Genootschap is niet langer Kapellen (Eikenhof), maar Antwerpen (ufsia, Prinsstraat 13). Het aantal leden is niet meer beperkt tot 24. Overlijdens zijn er gelukkig niet geweest, maar twee leden namen ontslag: A.J.M. Pelckmans en J.J.M. Westenbroek; eerstgenoemde aanvaardde nadien het erelidmaatschap en laatstgenoemde blijft het genootschap vertegenwoordigen in de redactie van Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie. Zes nieuwe leden werden in 1988 opgenomen: Frans Berkelmans (Adelbertusabdij, Egmond-Binnen, NL), Paul Claes (Kessel-Lo), Victor Claes (Schoten), Boudewijn De Leeuw (Gent), Ada Deprez (Gent) en An De Vos (Kessel-Lo). Dit brengt het getal leden nu op 30. Tijdens de plenaire vergadering van 10 juni werd als nieuwe voorzitter gekozen kan. Robert Lagrain (Brugge) en als nieuwe secretaris Ludo Simons (Antwerpen). Zij volgen resp. A. Keersmaekers en J. Van Dyck op. Aan A. Keersmaekers werd unaniem het erevoorzitterschap aangeboden en hij blijft het genootschap vertegenwoordigen in de kernredactie van ons tijdschrift. In 1988 grepen twee plenaire vergaderingen plaats: op 21 mei en op 19 november 1988 hield J. Van Iseghem (lid sinds 1987) lezingen over de ‘Verantwoordinge’ over taal in Gezelles Vlaemsche dichtoefeningen en over ‘Gezelle en de journalistiek, tot 1858’. In 1989 werd de eerste plenaire vergadering gehouden op 10 juni. A. Keersmaekers gaf een lezing over ‘Gezelle in enkele werken van F. Timmermans’; voor dit gedeelte van de plenaire vergadering werden ook de leden van de Guido Gezellekring (zie vorig nummer, blz. 97) uitgenodigd. Over de aktiviteiten van deze vriendenkring, waarvan R. Lagrain inmiddels ook het voorzitterschap heeft aanvaard, - met bijeenkomsten te Brugge, St.-Andries, Tongerlo, Kortrijk (11 maart 1989) en Frans-Vlaanderen (16 september), alle vanzelfsprekend ‘in het voetspoor van Gezelle’, - leest men verder meer in het kontaktblad Rijmtijd. De tweede plenaire vergadering van het genootschap van 1989 ging door te Antwerpen op 18 november. Centraal hierin stonden twee opgemerkte lezingen, door An De Vos over ‘De receptie van Guido Gezelles poëzie door Hugo Verriest’ en door Paul Claes over ‘Het gedachtenrijm bij Gezelle’. De teksten ervan verschijnen hier in dit nummer. | |
[pagina 98]
| |
Voor 1989 zijn twee publikaties te vermelden: het Guido Gezellegenootschap besloot tot de uitgave van The Evening and the Rose. 30 Poems translated from the Flemish by Paul Claes & Christine D'haen (zie bibliografie). De uitgave van een bundel Gezelle-artikelen door J.J.M. Westenbroek (Gezelle, de dichter) moest voorlopig worden uitgesteld. Het Poëziecentrum te Gent (Hoornstraat 11) daarentegen publiceerde in het kader van zijn tienjarig bestaan een nieuwe bloemlezing uit de poëzie van Gezelle, Mijn dichten, mijn geliefde, samengesteld door ondergetekende, en dit naast bloemlezingen van K. van de Woestijne (A.M. Musschoot) en P. van Ostaijen (M. Reynebeau). Bekroningen en promoties: Christine D'haen kwam enkele malen in het nieuws met haar boek De wonde in 't hert. Guido Gezelle: een dichtersbiografie (1987). In 1988 werd ze ervoor bekroond met de driejaarlijkse Cultuurprijs van de stad Gent en op 27 mei 1989 met de Henriette de Beaufortprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. De jury stond onder het voorzitterschap van S. Dresden. Johan Van Iseghem promoveerde te Leuven op 12 oktober 1988 op een proefschrift over Gezelles debuutbundel Vlaemsche dichtoefeningen, een onderzoek naar de historische en biografische achtergronden van ‘de (jonge) dichter en het werk’. (Zie hierover o.a. in Dokumentaal 18 (1989), 1, blz. 33). Op het Centrum voor Gezellestudie is er naast nieuw onderzoek (ondermeer op het gebied van de biografie en de receptie) te vermelden dat in de lijn van vroegere initiatieven en publikaties verder wordt gewerkt aan de editie van Gezelles werk. In voorbereiding zijn uitgaven van de brieven en documenten uit de Kortrijkse archieven, aangevuld met een documentatie over o.a. de zgn. De Bo-hulde (P.C.) en ook van de handschriften te Brugge (P. de Bruijn, Universiteit Groningen). A. De Vos werkt aan een onderzoek over de verhouding van Gezelles werk met de Zuidnederlandse religieuze literatuur van 17de en 18de eeuw. J. Boets kondigt ons aan dat het einde van het project Verzameld dichtwerk in zicht is. Het is wachten op de publikatie van deel 8 (voorzien voor 1991). Hiermee zal een belangrijke bladzijde in de Gezellestudie worden omgedraaid.
P.C. |
|