Op de Wyse: Wilder dan wilt, wie sal myn temmen.
Speelt op den Trommel,, en maeckt gherommel
Speelt op den Trommel,, ons is de kans
Speelt op den trommel,, soot plach voor bommel
Speelt opt duytsch, Engels, schots en Frans.
5[regelnummer]
Want siet sy druylen,, met lange muylen
Want siet zy druylen,, met droeven schijn
Want siet zy druylen,, ghelijck nacht uylen
Die Graven meenden vant Land te zijn.
Maer d'Heeren staten,, kloeck boven maten
10[regelnummer]
Maer d'Heeren staten,, seer wijs bedacht
Maer d'Heeren staten,, tot onser baten
Hebben 'sLands vryheydt weer ghebracht.
In spijt van Spangien,, floreert Orangien
Door Nassou vry van veel ghetreurs.
| |
Och arme hanen,, keert doch den Rock,
Och arme hanen,, u ydel wanen
Zy zijn in banden,, tot haerder schanden
Zy zijn in banden,, dit valsch ghedrocht,
Zy zijn in banden,, die onse Landen
25[regelnummer]
Rotterdam, Leyen,, mach nu wel
schreyen
Rotterdam, Leyen,, Haerlem, der
Gou,
Rotterdam, Leyen,, en Alckmaer seyen
Met Uutrecht te weerstaen Nassou.
30[regelnummer]
Maer hun Waertgelders,, zijn afghedanckt
Maer hun Waertgelders,, vertrecken nu elders,
De Ligue is hier door ghekranckt.
Princ'licke Heeren,, weert aller eeren
Princ'licke Heeren,, Vaders vant Landt
35[regelnummer]
Princ'licke Heeren,, God wil vermeeren
U Wijs-heyt, Trou, en kloeck verstandt.
|
-
voetnoot+
- No 200. Naar V. In geen andere druk. Bij V.L. CLXXVII.
Het komt ook voor met den titel ‘Een vrolijcken
Trommelslach’, fol. 2ro van ,,Eene Nieuwe Tijdinghe ofte
Clachte,
Johans van Olden-Barnevelt … Middelborgh 1618.
Zie Scheurleer, Nederlandsche Liedboeken, bl. 145. Het lied is zeker van November 1618. Van de in vss. 25 vlgg.
genoemde steden werd het laatst in Gouda de wet verzet, nl. 1
November. De melodie wordt medegedeeld door Van Duyse I, 550; vgl. ook
Valerius Gedenck-clanck (1626) bl. 170, en Loman, Oud-Nederl. Liederen bl.
40. In bovengenoemd pamflet is de wijsaanduiding: Bedroefde
herteken wat moet ghy lijden. Vgl. hier no 19, Van Duyse I, 483 en
register, Tijdschr. v. Noord-Ned. Muziekgesch. I, 185 en Tijdschr. v. Ned. T.
en Lett. kunde X, 184.
-
voetnoot14.
-
de Ligeurs. De met Spanje
verbonden Roomsen in Frankrijk, die tegen de koning in verzet
kwamen. De Arminianen werden er ook van beschuldigd met Spanje te
heulen.
-
voetnoot15.
-
bas Alemangien. In Een vr. Trommelslach:
Neer-Almaegien.
-
voetnoot17.
-
arme hanen, gewone spotnaam voor de
Arminianen.
-
voetnoot20.
-
den gouden stock wordt meermalen genoemd in
verhalen van omkoperij; hier met toespeling op de stok in het
kippenhok.
-
voetnoot29:
- De waardgelders hebben er niet veel aan
verdiend.
-
voetnoot+
-
Godt is myn Burcht, zie bij no
170.
|