Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend199.
| |
[pagina 172]
| |
Waer zijn mijn favouriten al
30[regelnummer]
Die soo vermeten spraken
Liever bloedt vergieten mal
Ga naar voetnoot31, 32.
Als water, dan te staken
D'Opper macht en 'thooghste ghebiet
In Kerck en alle Rechten, siet
35[regelnummer]
Hoe slecht staen nu ons saken.
Och
Wttenbogaert goede vrient
Kont ghy my nu niet helpen
Ghy hebt my langh seer trou ghedient
Meest om de goude schelpen,
40[regelnummer]
Schrijft nu en vrijft nu nacht en dach
Dat ick haest
Ga naar voetnoot41. uyt komen mach
'Thert sal my overstelpen.
Noyt en had ick dit eens bedacht
Dat ick dus soude dalen
45[regelnummer]
Ick stont te vast al op myn macht
En menichte Vassalen
Rotterdam, Leyden, en ter
Gou.
Haerlem, Alckmaer, Schoonhoven, wou
Met Uutrecht my in halen.
50[regelnummer]
Maer siet hoe den Nassouwen Heldt
Door last der Heeren Staten
My nu met groot benouwen quelt
Eerst dwongh hy mijn soldaten
Binnen Uutrecht, en doen daer na
55[regelnummer]
In d'ander steden 'tmijner scha,
Hy had wel mogen laten.
Ga naar voetnoot56.
Patientie par fortse doch
Elck een is Heer int syne
Liever had ick de Coortse noch
60[regelnummer]
Dan te zijn in dees pijne,
Ick ducht
Ga naar voetnoot61. dat dit
groot ongheval
My de vijf sinnen kosten sal
Ga naar voetnoot62.
Met noch meer van de myne.
| |
[pagina 173]
| |
Oorlof Princelicke leeuwen fier
65[regelnummer]
Hout aen de rechte Leere
Acht niet wat andre schreuwen hier,
Want ick beklaegh my seere
Dat ick d'huerlingen heb ghelooft
Zy hebben my het hert verdooft
70[regelnummer]
Och dat klaeg ick u Heere.
Godt is mijn burcht.
Ga naar voetnoot+
|
|