Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend
[pagina 28]
| |
150.
| |
[pagina 29]
| |
Daer rasch by,, weest al bly,
De stadt van Deventer vry.
Den vyandt seer hoochmoedich
40[regelnummer]
Versochte gracy goet,
Onsen jonghen Prins seer goedich
Begheerden goet noch bloet.
Wy zijn aen sulcken Heer gheraect,
Twert niet ghelaect
45[regelnummer]
Die sijn vyandt een gouwen brugghe maeckt.
Ga naar voetnoot45.
Die Heeren Staten eendrachtich
Heeft Godt ghemaect soo machtich
Metter daet,, tot slandts baet
Hebben sy veel apperaet
Ga naar voetnoot49..
50[regelnummer]
Den Leeu die lach aen banden
Die laet nu sien sijn tanden,
Hy is seer rat,, vet end glat
En hout al wat hy vat,
Godt heeft hem nu ontbonden
55[regelnummer]
Ghebracht vry in dat velt,
Men sach noyt onder sonnen
Een legher soo ghestelt,
Een kloeck Hooft dat haer voore gaet
Met goeden Raet,
60[regelnummer]
Capiteynen vroom, ende Soldaet.
Den oppersten Godt wilt prijsen
Die ons doet verjolijsen
Ga naar voetnoot62.
Door tverstant,, dat hy plant
In ons Prins end Heeren triumphant,
65[regelnummer]
Tscheen niet te zijn voorhanden
Ga naar voetnoot65.,
Dat uyt soo cleynen Landen
Soud werden bracht,, alsulcken macht,
Ghewelt ende heercracht.
Heer wilt ons doch voort verleenen,
70[regelnummer]
Victory en voorspoet,
Ghy siet wel dat wijt meenen,
Wy sparen lijf noch bloet:
Comt ons met u banieren by,
En stelt ons vrij
75[regelnummer]
Van die Spaensche tyranny.
O GODT end' HEER,, Siet nu toch neer
Ga naar voetnoot76–79
Op onsen Jonghen HELT,, int velt,
Dat hy comt weer,, Met grooter eer,
U LOF sal sijn vertelt.
|
|