Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend140.
| |
[pagina 319]
| |
Tjaer vier-en-tachtich,
Den Thienden July eylacy,
Vermoort waerachtich,
20[regelnummer]
Die Heer die geef ons gracy.
Te Delff binnen der stee
Met grooter stacy,
Begroefmen hem met vree
Van alle Nacy.
25[regelnummer]
Goe accordanci
Ga naar voetnoot25:
Naer Edelheyts hanteren,
Met ordonnanci
Sachmen Schutters passeren:
Ga naar voetnoot28.
De Dienaers quamen daer na
30[regelnummer]
Van al de Heeren,
Men sach vroech ende spae
Seer Lamenteren.
Lackaeyen, Pagien,
Officieren by namen,
35[regelnummer]
Met droeve coragie
Ga naar voetnoot35,
Volchden alle te samen,
D'Edele van zijn huys
Oock daer na quamen,
Den Raedt sonder ghedruys
40[regelnummer]
Sachmen versamen.
Trompetters weemoedich:
En daer na om sien deerlijck
Sachmen seer goedich
Ga naar voetnoot43.
Een Paert bereyt, seer eerlijck
Ga naar voetnoot44:
45[regelnummer]
Gheleedt van Schoten wijdt
Ga naar voetnoot45.
Daer toe begheerlijck,
Het Wapen droecht subijt
Van BREDA heerlijck.
Die eerste Baniere
50[regelnummer]
Van Breda vol vromen,
Met goede maniere
Is doen daer voorts ghecomen,
Den Heer van Dircxlandt
Ga naar voetnoot53.
Heeftmen vernomen
55[regelnummer]
Met t'Standaert in zijn handt
Al sonder romen.
Sonder cesseren
Een Paert ghedeckt alsvoren
Al vander VEERE
60[regelnummer]
Droecht het Wapen vercoren,
Roulles en Delfft vry
Ga naar voetnoot61.
Soo ghy meucht hooren,
Leydtsluyden waren sy
Al sonder thoren.
65[regelnummer]
Met droeven sinnen
Die Baniere seer crachtich
Sachmen in minnen
Dragende welbedachtich
Van Egmont de Heer
Ga naar voetnoot69.
70[regelnummer]
Met sinnen sachtich:
O Burghers vander Veer
Sijt nu toch clachtich.
Van CHALON t'Wapen
Heeft t'ander Paert ghedraghen,
75[regelnummer]
Men sacht verknapen
Ga naar voetnoot75.
Doestrum en Sprangen verslagen:
Ga naar voetnoot76.
T'Banier van Chalon fier
Jent int behaghen
Boetslaer
Ga naar voetnoot79. met soet bestier
80[regelnummer]
Diemen daer saghen.
| |
[pagina 320]
| |
Ter selver stonden
Soo quam daer voorts gereden
Seer jent ghebonden
Ga naar voetnoot83:
Na die voorgaende zeden
85[regelnummer]
t'Wapen van DIEST
Ga naar voetnoot85. rosier,
En diet Paert leede
Was Rosue goedertier
Ga naar voetnoot87.
Floris Serclais
Ga naar voetnoot88.
mede.
Jasper ghepresen
90[regelnummer]
Van Poelgheest seer onblijde
Droevich van wesen
De Banier seer onblijde
Droech hy tot s'Princen eer
Ten selven tijde.
95[regelnummer]
Terstont sachmen daer weer
Aen comen rijden,
Tpaert dat vermelden
Het Wapen van VYANDEN,
Twee vrome Helden
100[regelnummer]
Die waren daer by handen
Raephorst, Almonde
Ga naar voetnoot101. goet
Uut onse Landen
Leyden het Paert seer soet,
Tot svyandts schanden.
105[regelnummer]
Tot Lofs vermeeren
Van Hollant hooch van waerden
Ghinck presenteren
Die Banier reyn van aerden
Gerrit al vander A
110[regelnummer]
Den onvervaerden.
Doen sachmen stracx daer na
Noch dese Paerden.
CATZENELLENBOGHE
De Wapenen seer Edelick
115[regelnummer]
Niet om verhooghe
Die droech het Paert seer zedelick,
Linden ende
Wijngaert
Ga naar voetnoot117.
Mannen seer redelick
Leytsluyden van goeder aert
120[regelnummer]
Waren sy vreedelick.
Men ghinck verthoonen
Terstont na dese dinghen
Niet om verschoonen
De Banier sonderlinghen
125[regelnummer]
Heer Lancelot seer cloeck
Ga naar voetnoot125.
Sachmense bringhen.
Daer na met goet versoeck
Sachmen voortdringhen,
Van NASSOUWE
130[regelnummer]
(U Edel generacy
O PRINS ghetrouwe)
Quam daer als doen ter stacy,
Tpaert leyden excellent
Utenhorst
Ga naar voetnoot134. met gracy
135[regelnummer]
Philips vander A seer jent
Met lamentacy.
Ga naar voetnoot136.
T'PRINSCHAP D'ORANGE
Seer heerlick voor ooghen,
Tot spijt van Spangen,
140[regelnummer]
Sachmen daer me vertoghen
Duvenvoorde en
Bacx
Ga naar voetnoot141.
Al sonder loghen,
Noch sachmen daer stracx
Nae eere poghen,
| |
[pagina 321]
| |
145[regelnummer]
Twas de
de Marquette.
Ga naar voetnoot145
LE GUYDON sachmen dreghen
Niet om vernetten
Ga naar voetnoot147.
Van Mansert reyn int pleghen:
Rijhoven de STANDAERT
150[regelnummer]
Soo was te deghen:
Naeltwijck droech goedt van aert
TPENON
Ga naar voetnoot152. met seghen.
T'SWAERT inder scheede
Vander Wacht Capiteyne
155[regelnummer]
Duytz droecht met vreede
Voor Heeren groot en cleyne:
Den WAPENROCK seer Eel
Bredenroede
Ga naar voetnoot158. reyne:
Droeflick quam T'Paert
160[regelnummer]
Eylaes alleyne.
De vier QUARTIEREN
Veel
Edelluy van crachte:
T'Scilt sachmen regieren,
Met den HELLEM van machte,
165[regelnummer]
Jacques van Egmont
Ga naar voetnoot165.
Die hier op achte
Droech den Helm, tOorloochs Verbondt
Ga naar voetnoot167.
Merwe op wachte.
Het PAERT van DROEFFEN'S
Ga naar voetnoot169
170[regelnummer]
Waer af die leytsluyden
Maldereede als Heere fris
En
Brecht diemen rieden.
Terstont daer na seer reyn
Sachmen gheschieden
175[regelnummer]
t'SWAERT bloot droech
Oversteyn
van AL t'GEBIEDEN.
Net en ydoone
Ga naar voetnoot177
Die Hofmeesters seer waerdich
Creauge de CROONE:
180[regelnummer]
De Helbaerdiers seer aerdich
Beneven t'LYCK seer schoon
Ginghen sy vaerdich:
De Heer die sy haer loon
Haers dienst expaerdich
Ga naar voetnoot184.
185[regelnummer]
Twaelf Edelluyden
Des Huysen van Nassouwe
Niet sonder vermijden
Ga naar voetnoot187.,
Barnold, Aernhem vol rouwe,
Ga naar voetnoot188.
Harngael, Schoonhoven jent,
190[regelnummer]
Heere de Bouwen,
Extri, Rijhoven int ent,
Die Bye ghetrouwe.
Noch in presenci
Den HERAUT na t'betamen
195[regelnummer]
Van zijn Excellenci
Droech t'WAPENROCK eersame,
Die
Commissaris Rossel
Was synen name.
Daer na sonder ghequel
200[regelnummer]
Dees Heeren quamen:
De
Graeff Maurici,
Twee Heeren hem geleyden
Een Forst sonder malici
Ga naar voetnoot203.
Van Ceulen hem verbeyden,
205[regelnummer]
Van
Hohenlo de Graeff
Niet af en scheyden,
Die Heere gheeft zijn gaeff
Onder haer beyden.
| |
[pagina 322]
| |
Noch ander veel Graven,
210[regelnummer]
Heeren, en daer toe Knechten,
Die Staten sachmen draven
Om dat wel te beslechten:
Ga naar voetnoot212:
Die Heer gheeft haer ghena
Dat sijt uutrechten,
215[regelnummer]
Dat sy helpen vroech en spa
Ons Arme slechten
Ga naar voetnoot216..
PRINCE.
Prince Almachtich
Heer soudt ghy ons nu gheven
Een, die ons crachtich
220[regelnummer]
Soude brenghen in sneven?
Ick hoop een beter siet,
O Heer verheven,
En straft na verdiensten niet
Hier in dit leven.
|
|