Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend135.
| |
[pagina 308]
| |
5[regelnummer]
U Cardinaels, en Bisschoppen vileyn,
Boeleren smaels
Ga naar voetnoot6., met u o Hoer onreyn,
Wie sondich is, van uwe broerkens al,
Gheeft ghy Remis
Ga naar voetnoot8., om comen niet ten
val.
Dit Paeps gespuys, meest leven na haer wil
10[regelnummer]
Want selfs abuys, hebben sy, en verschil,
Van ordening, en Nonnen Cloosters veel,
De handeling, van dien is ondeuchts deel.
De Jesu-wyts, willen de beste zijn,
Doch Ypocryts, zijnt in beveynsde schijn:
15[regelnummer]
De Capucijns
Ga naar voetnoot15., gelijken t'Heylich vat
Onnutte zwijns, zijnse, verstaet wel dat.
De Minnebroers
Ga naar voetnoot17., hun handeling is snoo,
Doortrapte loers
Ga naar voetnoot18., en bidden broot om goo:
Vrouwe-broers
Ga naar voetnoot19. en, Preeckaren
Ga naar voetnoot+ int gemeen,
20[regelnummer]
Na t'recht beken, van al en deughter geen.
Koor-dekens mee, dwelck souden tegen staen
Tquaet datmen dee, die stellent oock soo aen
Als Proosten doen, en oock Prioren erch:
Die door gewoen, wel gaen inde Herberch.
25[regelnummer]
Ghy menschen blint, gelooft niet sulcke lien
Die onbesint, haer eygen quaet niet sien,
Blyfdy versteent, is u verstant onvroet?
Mits ghy nu meent, dat t'Hout Mirakel doet.
Elck Clooster mach, wel heeten een moortkuyl
30[regelnummer]
Het boos gewach
Ga naar voetnoot30., haerselven maecht heel vuyl:
Om dat sulck soch, is vande Hoer gesoocht,
Te Babel doch, dat God niet meer gedoocht.
U oogen dan, wilt open doen, en siet
Dat ghy hier van, u wacht, en van haer vliet
35[regelnummer]
Caims ghebroet, haer logens niet aenhoort,
Het Paepsche bloet, doocht niet al de konsoort
Ga naar voetnoot36..
Bedenct u tis tijt. Ga naar voetnoot+ |
|