Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend96.
| |
[pagina 220]
| |
Op de Schelde voorby Rommerswael,
10[regelnummer]
Quamen die van Zierickzee aensetten:
Die van Antwerpen saghense altemael,
Riepen, tzijn Vrienden om ons te ontsetten
Daer mede waren sy in een Val,
Want die van Vlissinghen met groot ghetal
15[regelnummer]
Den Hont quamen opdringhen,
Sy conden na Antwerpen niet weder springhen.
Ga naar voetnoot16.
Papou wel vierendertich int ghetal,
Wel ghemonteerde Schepen,
Met die te Lilloo laghen al,
20[regelnummer]
Sy waren daer metten anderen benepen
Ga naar voetnoot20.,
Tgrof gheschut gaf soo grooten gheluyt,
Die Vlissinghers riepen: dit is onsen Buyt
Clamp aen, clamp aen als Mannen,
Papou stont of bescheten waren de handen.
25[regelnummer]
Op Pinxterdach eert doncker wert,
Creghen sy met vrome daden,
Elf Schepen met vroom ghemoet en hert,
Voor de Vyant was gheen ghenaden:
Tzy Duyts, Spaeniaert ofte Wael,
30[regelnummer]
Sy spoelden haer de voeten altemael,
De reste ghinghen sy besetten
Ga naar voetnoot31.,
Om des morghens haer tanden aen te wetten.
Pinxter Maendach smorghens vroech,
Waren de Vyanden meest al verloopen,
35[regelnummer]
Neghen maecten haer coers recht als een
Ga naar voetnoot35. ooch
Ga naar voetnoot35.
Thantwerpen was al haer hoopen,
De ander lieten sy inde Pan
Ga naar voetnoot37.,
Maer sy warender meest al daer van,
Met haer Bootkens daer uut ghevaren,
40[regelnummer]
Op dEylanden sachmen se paren
Ga naar voetnoot40..
De Schaepstallen gheheeten zijn
De Eylanden daer sy op sworven:
Wel achthondert daer op quamen fijn,
Meest van hongher sy daer op storven:
45[regelnummer]
De ander die daer worden ghevaen,
Inde Schelde sy moesten te water gaen,
Met de Vloet sy tot Antwerpen dreven,
Grooten rou inde stadt worde bedreven.
| |
[pagina 221]
| |
Vijf inde gront, dry in den lichten brant,
50[regelnummer]
Met vijftien Prijsen quamen sy aensetten,
Voor Vlissinghen seer triumphant,
De
Heere van Heemstee sonder letten
Ga naar voetnoot52.
Vijsammirael van de Papisten bloot,
Wert ghesonden na de Prince minioot,
55[regelnummer]
Hondert twee Metalen stucken,
Sachmen van de Papen Schepen rucken.
Oorlof, zijt allegader onversaecht,
Al wil
Pierre de Valentes comen
Ga naar voetnoot58.
Uut Spaengien, Godt het seker niet behaecht
60[regelnummer]
Sijn snorcken end hooch beromen:
Sulcks als hy in Indien heeft ghedaen,
Ende meynt ons oock soo te verraen,
Om Hollant en Zeelant te doen sterven
Ende gants inden gront te bederven
Ga naar voetnoot64..
65[regelnummer]
Ons Opperste Prins in sHemels firmament,
Sal onse Nederlant wel bescharmen,
Ons tot Slaven te maken sonder ent,
Daer toe sy ons willen bringhen ocharmen:
Daerom laet ons met hert end moet,
70[regelnummer]
By malcanderen opsetten
Ga naar voetnoot70. lijf en goet:
Daer sy zijn, sy doch voor ons beven:
Want Godt zijn Handt over haer heeft gheheven.
|
|