Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend60.
| |
[pagina 137]
| |
Die Spaeniaerts hebben gelt uut ghesant,
Int Sticht van Bremen
Ga naar voetnoot7. wel bekant,
Dit hebben die Bremers vernomen,
Twee Croonen gafmen daer op die hant,
10[regelnummer]
Al om Tantwerpen te comen.
Dit heeft verhoort een Capiteyn vaeliant
In Zeelant is hy wel bekant,
Te Vlissinghen binnen der Steden,
Hi is ghetoghen in Brabant
15[regelnummer]
Aldaer quam hy met vreden.
Hy quam Tantwerpen aen dat Landt
Als Bootsman, so was hy onbekant,
Hy heeft Maentghelt ghecreghen,
Al op den Ammirael
Ga naar voetnoot19.
vaeliant,
20[regelnummer]
Hoort wat hy heeft bedreven.
Die Antwerpers waren wel bedacht,
Met die Spaeniaerts seer hooch van pracht,
Tsestich Schepen sy daer toerusten,
Daer mede te comen in Zeelant,
25[regelnummer]
Moest haer niet wel ghelusten.
Ga naar voetnoot25:
Die Schepen waren nu toegherust,
Met vijf hondert Metalen stucken met lust,
Alsoo men mocht aenschouwen:
Maer het gheschiede in corter stont,
30[regelnummer]
Dat sy quamen int benouwen.
Sy hebben daer bedreven groote pracht
Met Vlagghen en Topstanders
Ga naar voetnoot32. uut aller macht,
Een Cat was daerin gheseten,
Ga naar voetnoot33
Tot spijt van de Vlissinghers veracht
35[regelnummer]
Dat sy
Ga naar voetnoot35. de Worst souden
eten.
Als dese Schepen waren bereyt,
Capiteyn Worst nam een afscheydt,
De Catte woude hy verwachten,
Hy heeft tot die Weerdinne geseyt,
40[regelnummer]
Na den Capiteyn mach ick niet wachten:
| |
[pagina 138]
| |
Capiteyn Worst was seer wel bedacht,
Hy heeft de Werdinne een brief ghebracht
Op dattet soude comen int openbaren,
Dat hy den Ammirael hadde toegherust,
45[regelnummer]
Na Vlissinghen is hy ghevaren
Het gheschiede in eenen corten tijt,
Hoe dat Thantwerpen quam een groot gecrijt,
Van alsoo droeven Maren,
Hoe dat Capiteyn Worst haren vyant,
50[regelnummer]
Na Vlissinghen was ghevaren.
De Vlissingers hebben haer toegerust,
De Cat te verwachten met aller lust,
Op de Schelde zijn sy ghetoghen,
Of de Catte mocht zijn belust,
55[regelnummer]
Want het was in haer vermoghen.
De Catte tooch uut met aller pracht,
Om de Worst te crijghen met al haer macht
Godt weet hoe sy zijn ghevaren,
Doe sy quamen ter halver Schelt,
60[regelnummer]
Dat werden sy wel gheware.
De Worst die lach daer wel seer heet,
Tot vechten was sy wel bereet,
Met ketten end oock met clooten
Ga naar voetnoot63.,
Dat de Catte den brandt verdroot,
65[regelnummer]
So heeft die Worst gheschooten.
Die Worst brande daer met sulcken cracht,
Dat de Catte was seer qualick bedacht,
Ga naar voetnoot67.
Haer halve Jongen zijn na Berghen gheweken,
Ga naar voetnoot68.
Daer is de Worst met aller macht
70[regelnummer]
De jonghe Catten na ghestreken.
Nu rade ick alle Catten stout,
Dat sy niet en comen so bout,
Om de Worsten te verslinden,
Want sy zijn daer de Catten te sout,
75[regelnummer]
Dat sullen sy wel bevinden.
|
|