§. 114.
Na dat dit geschied was, beval Minos, dat aan alle vyandelyke Officieren en soldaaten zo veel geld uitgeteld zoude worden, dat elk hunner zyne te rug reize naar zyn Vaderland konde doen; maar uw heerschzugtige Koning, zeide Minos, zal by my in bewaaring blyven: hem zal niets ontbreeken; maar nooit zal ik hem wederom in dien toestand plaat-