der iets verricht te hebben, moest aftrekken. In de daad, zy trok na weinige dagen wederom af, maar ging met den grootsten spoed tegen de Vesting, welke Palos hadt laaten leggen, en plaatste zich onder het kanon. Nu hadt Palos een armée en een zeer sterk leger voor zich en eene andere onder het geschut der vesting achter zich. 't Duurde weinige dagen, dat Palos met zyne armée niets meer te eeten hadt. Toen hy nu zag, dat hy ingesloten was, en hy derhalven met zyne armée of overwinnen, of van honger sterven moest, nam hy vol vertwyffeling het besluit, om het sterke Leger van Minos aan te tasten. Maar 't geschiedde, dat hy geslagen wierdt. Dieper in 't Koningryk waren nog twee Legers, waarvan ieder bykans 60,000 man sterk was, uit de geoeffende Landlieden byeen getrokken, welken het eerste leger alle dagen konden versterken. -