Verscheidenheden.
Statistiek der Wereldsteden. Naar een onlangs verschenen Fransche statistiek, had in 1800 Londen 958,863, Parijs 547,755, Weenen 231,050 en Berlijn 182,179 inwoners. Veertig jaar later woonden te Londen 1,948,417, te Parijs 935,251, te Weenen 356,870, en te Berlijn 322,620 menschen. Eindelijk in 1900 gaf London op: 4,411,271 inwoners, Parijs 2,511,055, Berlijn 1,677,304 en Weenen 1,503,972 inwoners. Deze getallen zijn bij Berlijn voor het jaar 1900 te klein en wel rond de 200,000, terwijl het bij Weenen eigenlijk ‘Groot-Weenen’ moet heeten, dat zooals men weet de voorsteden omvat, Berlijn en Weenen hebben zich in verhouding sneller ontwikkeld dan London en Parijs. Met het oog op den aanbouw van huizen, heeft men te Londen 570,000, te Parijs 74,829, te Berlijn 31,176 en te Weenen 32,300 inwoningen. Zoodat door den band gerekend, te Londen ieder huis 7-8 personen bevat, te Parijs 34, te Berlijn 54 en te Weenen 52 personen.