Boekennieuws
S. Brons: De muziek in haar Wezen, uitgegeven te Amsterdam bij De Erven H. Van Munster en zoon.
‘Ziedaar het werk van een man die ons (schoon persoonlijk onbekend) nu recht lief geworden is, door zijn oprecht-rond-uitkomen voor zijn Kunst, door de kracht waarmêe hij het halfslachtige neerslaat, door de vloeiende taal en den afwisselenden toon, nu fijn sarcastisch dan hoog ernstig, die zijn boek kenmerkt... Een boek dat getuigt van belezenheid, van diep doordenken, grondige vakkennis en hooge kunstopvatting bij den schrijver... Een boek dat de toonkunstenaar en toonkundige niet alleen mogen bezitten, doch ook in de studeercel van den letterkundige, op de werkplaats van den beeldhouwer en schilder en in de handen van den leek moet zijn...’
Dat was ons gevoelen na de eerste lezing van het werk en na een tweede lezing konden wij er enkel aan toevoegen: ‘dat het boek nog méér geboeid had’ en ‘de verspreiding ervan heel veel nut moet stichten.’
Zou 't niet mogelijk zijn het werk van Brons op onze muziekscholen en Conservatorien van het Vlaamsche land als prijsboek te zien geven aan de leerlingen? Wij roepen de aandacht hier op van de belanghebbenden en vooral van de Heeren bestuurders van 't Gentsch Koninklijk Conservatorium, die vast niet zullen achterblijven wanneer het geldt: Nederlandsche (Vlaamsche) kunst en wetenschap te steunen.
* * *
W. Wundt: Einleitung in die Philosophie, te Leipzig bij W. Engelmann, (gebonden 9 mark.)
Naar de inleidende woorden, wil dit boek zijn: een geschiedkundige inleiding tot de wijsbegeerte en wil meteen voor den lezer een voorafgaande studie wezen tot de eigen philosophie van den schrijver, die vooral drukt op den samenhang der wijsbegeerte met de stellige wetenschappen.
Voor hem die studeert, biedt dit werk rijke stof; de duidelijkheid waarmêe het uiteengezet is, geeft ons die aantrekkelijkheid, dat we tot het werk dikwijls - al hebben we de inleidende studie der wijsbegeerte achter den rug - zullen terugkeeren en er steeds aangenaame stonden zullen mêe slijten.
Ongetwijfeld is dit werk geroepen, om een voorname rol te vervullen naast de vele nieuwe Inleidingen die reeds voorhanden, doch, door den band, minder geschiedkundig zijn.
Bij alle studeerenden in de wijsbegeerte, die open oog hebben voor Germaansche beweging, bevelen wij dit werk van een Duitsch geleerde aan.
Juranitsch.