Germania. Jaargang 3

Verscheidenheden

Engelsche oorlogsleening. - Op deze leening is ingeteekend door 39.800 inschrijvers voor een gezamenlijk bedrag van 335 1/2 millioen pond sterling. De grootste inschrijving was 10 millioen pd. Aan de inschrijvers van 10.000 pd. st. en hooger is 6% toegewezen; lagere inschrijvingen zijn toegewezen tegen bedragen, loopende tusschen 6% en het totaal.

Van de belastingplannen van den Minister is het voorstel tot uitbreiding der zegel belasting tot de productiebeurs tegenover het algemeene verzet ingetrokken.

Aan het eind van het fiscale jaar is gebleken, dat de uitkomst nog veel gunstiger was dan de kanselier der schatkist raamde. Vergeleken met het vorige jaar zijn de inkomsten met 11 899 377 pd. st. gestegen, waarvan echter in 't laatste kwartaal niet minder dan 7 462 891 pd. st., wat voor een deel kan zijn toe te schrijven aan sterk vermeerderden invoer met het oog op de verhooging van rechten, die was aangekondigd. - Over het geheele jaar waren de invoerrechten gestegen met 2 980 000 tot 23 800 000 pd. st., de accijnzen met 2 900 000 tot 32 100 000 pd. st., successierechten met 2 620 000 tot 14 020 000 pd. st., inkomstenbelasting met 750 000 tot 18 750 000 pd. st., zegelrechten met 870 000 tot 8 500 000 pd. st. en posterijen en telegrafie met 790 000 tot 16 650 000 pd. st.

_**_*

Peilingen in den Grooten Oceaan. - De Albatross-expeditie, onder leiding van Prof. Agassiz, verkreeg volgende uitkomsten:

De diepte vermeerderde steeds van San Francisco, langs Conceptioneiland, tot op

[p. 62]

16° 38' N., 130° 14' W. L., waar de grootste diepte, 3088 vadem, gevonden werd van alle loodingen welke zich, 72 in getal, tot Tahiti uitstrekten. Op 9 mijl ten zuiden van Noekoehiwa werd 1284 vadem gevonden, en professor Agassiz acht het waarschijnlijk dat dit gedeelte van de Marquesas oprijst van een onderzeesche hoogvlakte ter diepte van 2000 vadem en omstreeks 50 mijl in doorsnede. De Pomoto's zouden uit een dergelijke vlakte oprijzen, 1200 of 1500 vadem diep, en omringd door diepten van 2300 tot 2500 vadem.

Het diepe bekken in het midden van den Grooten Oceaan door de loodingen aangeduid tusschen 24° 30' N. Br. en 6° 25' Z. Br. (2500 tot 3500 vadem diep) is vermoedelijk de westelijke voortzetting van een bekken dat door twee loodingen op de kaarten wordt aangeduid ten oosten van den weg, door de expeditie gevolgd, op 120 en 125' W.L. Agassiz wil die inzinking Moser-bekken noemen.

_**_*

Reddingstoestel tegen brand. - In den ‘Scientific American’ wordt een toestel beschreven, die bij brand met goed gevolg kan worden gebruikt om de bewoners van bovenverdiepingen te redden. Het is een cylinder van plaatijzer, door zijdeuren met elk der verdiepingen verbonden. Binnen in den cylinder is een schroefvlak, waarlangs men zich eenvoudig naar beneden laat glijden.

Daar de helling van dit schroefvlak in benedenwaadsche richting geleidelijk afneemt. kan men zeker zijn met een volkomen ongevaarlijke snelheid beneden aan te komen,

Bij eene proef, met zulk een toestel aan een schoolgebouw, kwamen in den tijd van één minuut 135 kinderen naar ongedeerd beneden.

_**_*

Er zijn onlangs in Jabel Kurunkel in het westen van Jericho vele exemplaren van Odontospermum of Asteriscus op de markt van Jerusalem aangevoerd.

De bloem heeft dezelfde eigenaardigheden als de Anastatica hierochuntica, maar opent en sluit zich nog sneller dan deze laatste, die lang niet zoo zeldzaam schijnt te zijn als Dr. Schick meent, daar zij vroeger op de jaarmarkt in Frankfurt verkocht werd.

Bier in Japan. - De smaak voor bier is in Japan vrij algemeen geworden en tege lijkertijd zijn zoovele inlandsche brouwerijen opgericht, dat de invoer van Europeesche of Amerikaansche bieren bijna geheel heeft opgehouden. De opbrengst van Japansch bier bedroeg in 1899 reeds 18 millioen liter. Voor een begin een niet onaardig cijfer.

_**_*

De influenza in Engeland. - De normale sterfte in England bedraagt gedurende de maanden December en Januari 18 personen in de week, dat wil zeggen, dat er gemiddeld in den regel in die maanden elke week van de 1000 personen 18 sterven.

In de eerste week van 1900 echter steeg dit cijfer, te Londen tot 37, te Brighton tot 45, te Croydon tot 41, te Liverpool tot 31, te Norwich tot 33, te Nottingham tot 41, te Plymouth tot 37, te Portsmouth tot 33 en te Burton tot 43.

Deze meerdere sterfte is het gevolg van een influenza-epidemie, die in England in het laatst van het vorige jaar optrad.

[p. 63]

_**_*

De dichtheid der bevolking van Parijs. - Deze is grooter dan die van eenige andere stad op de wereld; zij bedraagt 324 inwoners per hectare, wat overeenkomt met 2,511,955 personen, verdeeld over een oppervlakte van 7802 hectaren. In sommige wijken gaat de dichtheid 1000 per hectare te boven.

Nu zijn dezelfde verhoudingen in andere groote steden aldus:

Berlijn	250	inw.	per	hectare
New-York	160	inw.	per	hectare
Londen	150	inw.	per	hectare
Petersburg	115	inw.	per	hectare
Chicago	35	inw.	per	hectare
Philadelphia	33	inw.	per	hectare

Van 2 344 550 in 1886 is de Parijsche bevolking gestegen tot 2.511,955 in 1897; dus een aangroeiing van 7.1% in 10 jaar.

Bij de andere genoemde steden bedroeg die:

Chicago	106.5%
Berlijn	27%
New-York	33.3%
Philadelphia	25%
Londen	18%
Petersburg	15%

Zoodat de stad die van deze, zich het langzaamst ontwikkelt, toch nog dubbel zoo snel vooruitgaat als Parijs.

Het eigenlijke Parijs is dan ook overvol, een ‘omnibus complet’

In de binnenwijke toch wonen 438 menschen op de hectare, in de voorsteden maar 273 en inde banlieue slechts 20.

Zilvervoorraad bij de Duitsche Rijksbank. - Uit een bij den Rijksdag ingekomen stuk blijkt, dat de Duitsche Rijksbank op 30 December 1899 een zilvervoorraad had van 231 202 000 Mark, tegenover een goudvoorraad van 469 020 000 Mark. Ongerekend 674 000 Mark aan nikkel- en kopergeld bestond dus de metaalvoorraad der bank uit 700 202 000 Mark, waarvan ongeveer een derde zilver, twee derde goud

De zilvervoorraad was aldus samengesteld:

thaler	164	293	000	Mark
pasmunt	66	909	000	Mark