St-Thomas van Aquino, door Dr H.J.A.M. Schaepman gr. 8o (103) te Utrecht bij W.J. Van Rossum ........... fl. 1,00
Dit zijn drie voorlezingen indertijd te Leuven voor de studenten der Hoogeschool gehouden. Daarin behandelde de begaafde spreker den onsterfelijken doctor Angelicus, ten eerste als staatswijze naar aanleiding van diens beroemden brief aan de Hertogin van Brabant, Adelheid, weduwe van Hendrik III, gericht en bekend onder den titel: Opusculum de Regimine Judaeorum, en van het niet minder hoogstaand ‘Boek voor vorsten’ dat hij voor Hugo de Lusignan II van Cyprus bestemde; in de tweede lezing als twistredenaar en geleerde, steunend op ‘het geschrift tegen de bestrijders’ en toont hem als kloek verdediger der geestelijke orde, der religio; eindelijk in de derde stelt hij ons den beroemden scholastieker als dichter voor. Deze zijde als de minder algemeen gekende moest reeds op zich zelve belangwekkend zijn. Hoeveel meer wordt ze dat, eens in 't licht gesteld door den grooten redenaar. Hier, in dit gedeelte, vinden we zoo dadelijk Dr Schaepman terug, den ongeëvenaar den meester in het gesproken en geschreven woord. Geen wonder dat de verslagen van die lezingen tot ons gekomen, van geestdrift tintelden; de medesleepende bedwelmende kracht van den spreker had zich zelfs aan den leek medegedeeld. Ook thans onder het lezen wordt men aan zich zelven ontvoerd, overmand door dit wonderbaar vermogen in een vloed van schitterende beelden, van volzeggende woorden, de verhevenste gevoelens, de diepste gedachten uit te storten. Wij luisteren in verrukking naar de taal die ons vroeger reeds een Vondel verheerlijkte, en ook thans weêrklinkt geen mindere dan Thomas van Aquino waard.
Dr H.v.Z.