De Geomantie in het Middelnederlands
(1984)–Anoniem Geomantie in het Middelnederlands, De– Auteursrechtelijk beschermdUitgave van deze voorspeltechniek uit het Münchense handschrift (15de E)
6. De interpretatie van het geomantisch thema.De rechter en de twee getuigen vormen het actieve element in de geomantie: ze zijn het resultaat van een reeks bewerkingen die beginnen met door het toeval bepaalde vier moederfiguren.
Het tweede, passieve element wordt gevormd door de zg. geomantische huizen. Dit passief beoordelingsapparaat is gesteund op de verdeling van de zestien mogelijke geomantische figuren volgens de twaalf astrologische huizen. Hiermee wordt de geomantie in verbinding gebracht met de astrologie. Vanzelfsprekend wordt hierdoor de geomantie veel gecompliceerder. Het is niet de bedoeling alle mogelijke ramificaties van deze astrologische combinaties uiteen te zetten, maar toch kunnen we dit ingewikkeld aspect van de geomantie niet volledig onbesproken laten.
De reden daartoe is dat bij sommige antwoorden die in de hiernavolgende tabellen worden gegeven, deze astrologische dimensie wordt verondersteld gekend te zijn. Zo leest men b.v. op fol. 3r, bij de antwoorden in verband met de overlevingskansen van een zieke: | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||
Wert in die vrage populus off fortuna maior so sal hi steruen ende comen dese niet so wert die siecte verlangt ende hij wert verlost. Dit kan niet slaan op de figuren van de getuigen of van de rechterfiguur, vermits deze reeds te voren werden bepaald. Laten we echter eerst een overzicht geven van de geomantische figuren zoals die over de twaalf hemelhuizen verdeeld worden: Elke geomantische figuur die zich in een bepaald hemelhuis bevindt wordt met de betekenis en eigenschappen van het zodiakteken geassocieerd.
Dat dit verband ook in de middeleeuwse Nederlanden niet onbekend is blijkt uit een opsomming van de eigenschappen van de twaalf huizen zoals die voorkomt in een astrologisch traktaat dat in Hs. 76 E 4 van de Koninklijke | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||
Bibliotheek te Den Haag wordt bewaard. Op fols. 30v-31r vinden we deze opsomming en uit de referentie aan ‘den ghonen die vraghet’ bij het eerste huis blijkt dat de scribent wel degelijk dacht aan de geomantie die vragen in verband met de toekomst wil beantwoorden. Het ligt dan ook voor de hand te vermoeden dat de hiernavolgende passage oorspronkelijk deel uitmaakte van een verloren gegaan geomantisch traktaat:
Met zijn geest geconcentreerd op een bepaalde vraag waarop hij het antwoord wil vinden, stelt de geomanticus het thema op. Het vinden van de rechter en de twee getuigen laat reeds een beantwoording van de vraag toe. Om hem echter toe te laten dit antwoord nog verder te preciseren, moet hij bepalen wat de significatores van de vraag zijn, d.w.z. de figuren die de vrager en het gevraagde vertegenwoordigen. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||
Wat de vrager betreft is dit geen probleem: deze heeft steeds het teken dat zich in het eerste huis bevindt: ‘Teerste huus ... behort den ghenen die vraghet’. Heel anders is het voor het huis van het object, het gevraagde. Dit varieert namelijk sterk volgens de gestelde vraag. Gaat de vraag b.v. over verborgen dingen of schatten, dan is het vierde huis een voordelig huis. Deze significatores worden dan beïnvloed niet alleen door de voordelige of nadelige invloed van de ernaast gelegen huizen, maar ook door de eigen betekenis van de rechter zowel als van de twee getuigen. Aldus ontstaat een kluwen van interferenties waarvan het juist interpreteren of ontwarren zeer moeilijk wordt. Allerlei factoren spelen hierin een rol waarop we hier niet verder kunnen ingaanGa naar voetnoot1. |
|