De Geomantie in het Middelnederlands
(1984)–Anoniem Geomantie in het Middelnederlands, De– Auteursrechtelijk beschermdUitgave van deze voorspeltechniek uit het Münchense handschrift (15de E)
[pagina 7]
| |
Inleiding1. Algemeenheden.De geomantie of punkteerkunst is een van de zg. artes prohibitae, de verboden kunsten uit de middeleeuwen. In tegenstelling tot andere ‘kunsten’ die tot deze door de Kerk verboden of alleszins zeer gewantrouwde groep der artes behoren, is de geomantie in het Middelnederlands relatief gezien goed vertegenwoordigd.
De geomantie is, zoals de astrologie, waaraan ze trouwens bepaalde ideeën ontleend heeft, een manier om vragen in verband met de toekomst te beantwoorden. Door de interpretatie van figuren, die resulteren uit het zetten op papier, perkament of op de grond van een aantal rijen punten, meent de geomanticus allerlei problemen te kunnen beantwoorden die op de toekomst betrekking hebben.
Deze voorspeltechniek is dus gebaseerd op een willekeurig aantal punten (Dt. Punktierkunst) die oorspronkelijk wel op de grond gezet werden (geo-mantiek) of in het zand (zandkunst), maar later ook op perkament, papier en dgl. De geomantie heeft een zeer grote populariteit gekend in vele landen en dit gedurende vele eeuwen. Haar populariteit heeft ze voorzeker te danken gehad aan de betrekkelijke eenvoud van de methode, een kenmerk dat haar onderscheidde van de toch sterk verwante astrologie.
Onder de term geomantie gaan in feite drie verschillende voorspeltechnieken schuil. De zg. ‘klassieke’ geomantie vindt de antwoorden op de gestelde vragen door het onderzoek van zestien figuren die gevormd worden door het zetten van vier groepen van vier rijen punten. Op basis van de gevonden figuren wordt, zoals we verder zullen zien, een geomantisch thema opgebouwd dat dan wordt geïnterpreteerd in verband met de twaalf hemelhuizen. | |
[pagina 8]
| |
Daarnaast is er de astronomische geomantie die uitgaat van de berekening van de positie van de planeten binnen de tekens van de zodiak. De geomantische figuren worden er door zodiaktekens vervangen en door de planeten volgens de positie die deze laatste om de zodiak innemen. De derde methode is veel eenvoudiger en zou men daarom de gesimplifiëerde of populaire geomantie kunnen noemen: het plaatsen van een aantal rijen punten leidt rechtstreeks naar een figuur die onmiddellijk een antwoord op de gestelde vraag geeft. Hierbij komt dus geen vorming van een geomantisch thema of een verbinding met de hemelhuizen het antwoord ingewikkelder makenGa naar voetnoot1.
De geomantie die hier verder wordt besproken is de zg. ‘klassieke’ soort, omdat de bewaarde Middelnederlandse teksten ertoe behoren. De andere twee worden verder buiten beschouwing gelaten.
Volgens de beoefenaars van deze ‘wetenschap’ zou de oorsprong ervan te zoeken zijn in Mesopotamië of in Indië. Volgens Arabische auteurs zou de aartsengel Gabriël de techniek aangeleerd hebben aan de profeet Idris die dan dikwijls vereenzelvigd wordt met de patriarch Enoch en met Hermes. Een anoniem traktaat denkt zelfs dat Christus de geomantie beoefende: in het verhaal van de overspelige vrouw maakt Hij immers tekens op de grond. Voor de anonieme scribent waren dit de punten die de geomanticus als vertrekpunt voor zijn ‘wetenschap’ neemt.
Wat er ook van zij, zeker is in alle geval dat de geomantie bekend was en beoefend werd vanaf de tiende eeuw in de Islamitische gebieden en dat ze in de twaalfde eeuw ongeveer gelijktijdig in Byzantium en in Westeuropa ingang gevonden heeft. Vanaf die tijd tot in de 17e̱ en 18e̱ eeuw, | |
[pagina 9]
| |
ja tot op onze dagen toeGa naar voetnoot1, is de punkteerkunst bekend gebleven.
De persoonlijkheden van de met name bekende auteurs van geomantische traktaten zowel als die van hen voor wie ze werden geschreven, geven een goed idee van het intellectuele en sociale milieu waarin de geomantie in de vroege middeleeuwen tot hoge bloei kwam. Die auteurs treft men aan bij de vertalers van Griekse en Arabische filosofische, medische en astrologische traktaten. Allen geven blijk van een grote culturele vorming en een sterke belangstelling voor de wetenschappen in het algemeen.
Onder de bestemmelingen treft men bisschoppen aan zowel als koningen, prinsen, keizers en hooggeplaatste edellieden. Zo bevonden er zich in de bibliotheek van Keizer Karel V niet minder dan dertig geomantische traktaten in het Latijn of in het Frans o.m. het traktaat van Abdallah waarop we nog verder zullen terugkerenGa naar voetnoot2. Verder zijn er geomantieën die werden geschreven voor Keizer Frederik II, voor Keurvorst Joachim van Brandenburg, Koning Wenzel van Bohemen, voor de Engelse koning Hendrik VIII en voor vele andere groten dezer aardeGa naar voetnoot3.
Bovendien wijzen de aantekeningen en marginale notities in deze handschriften erop dat ze ook werden bestudeerd én gebruikt, en niet uit louter intellectuele nieuwsgierigheid werden verzameld.
In de literaire werken vanaf de dertiende eeuw vindt men hier en daar echo's van deze zich snel versprei- | |
[pagina 10]
| |
dende voorspeltechniek. Zo is er in de Chanson de la Croisade albigeoisé van Guillaume de Tudèle een passage waarin de auteur vertelt hoe zijn intense studie van de geomantie hem ertoe in staat had gesteld de rampen te voorzien die uit een kruistocht tegen de Albigenzen zouden voortvloeienGa naar voetnoot1. Ook de Franse kroniekschrijver Richard de Saint Germain vermeldt deze voorspelmethodeGa naar voetnoot2. Dit is eveneens het geval voor de Annales du Hainaut van Jacques de Guise en voor de ‘chanson de geste’ van Maugis d'Aigremont.
In het deel van Dantes Divina Comedia dat over het vagevuur handelt blijkt dat de auteur met de geomantie vertrouwd was, en ook in Chaucers Troilus and Criseyde vindt men er echo's vanGa naar voetnoot3.
Uit de Middelnederlandse ‘belles lettres’ is mij echter geen vermelding bekend, maar de vertrouwdheid met de geomantie is er door enkele Middelnederlandse traktaten voldoende geattesteerd. |
|