De Gemeenschap. Jaargang 17(1941)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 359] [p. 359] Louis de Bourbon Enghuizen Aan mijne vrienden G. van Imbeeck en M. van Loon Twee beuken, die elkaar omhelzen, een eeuwenoude eik en een plataan, een blos van rozen tusschen 't groen van elzen, het beeld van Bacchus in de donkre laan. Het grauw kasteel met de pilaster-zuilen, de vijver met de lelies, met den zwaan; op het gazon, waarlangs accasia's druilen, laat een verliefde pauw zijn bonten waaier staan. Een droom is ijl, maar reiner dan het leven, den zoetsten droom - a dream within a dream - heb ik geleefd in 't lommer dezer dreven. Zal eens dit licht mijn moeden blik begeven, begraaft mij hier, mijn vrienden, en mischien zal nog mijn beeld daar door den schemer zweven. Vorige Volgende