De Gemeenschap. Jaargang 16(1940)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] L. de Bourbon Confiteor Voor Vincent Cleerdin Wat ook de aardntsier, wat nooddruft mij belast, er is een hooger vier dat brandt onaangetast. Wat smart mijn aardsche blik om mensch of goed betracht, ik put, onmetelik, uit diepere bron van kracht. Geen leed houdt mij geboeid, geen weedom slaat mij stom, er is een lied dat groeit ontrefbaar als de zon. En, gaan dezogen dicht tot ondergrondsch bederf, dan kome Uw hemelsch licht waarvoor ik leef en sterf. Vorige Volgende