De Gemeenschap. Jaargang 16(1940)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Freek van Leeuwen Christus en de moordenaar Allee Gij, aan het kruis daarneven mij gestrekt, Mijn maat aan d'andre zijde zegt: Ge zijt een koning. Was dit voor Uw beleid de eervolle belooning, Dat Gij hier hulploos aan dit kruis verrekt? Allee Gij: Kranken hebt Ge opgewekt En dooden wist Ge uit het graf te delven. Van luttel brooden duizend spijs verstrekt... Allee, kom af, verlos òns en U zelve! Laat een laatst wonder elk het laatst bewijs zijn, Sla dit krapuul met stomheid voor Uw macht en - Vervloekt! Gijzelf zult duizend raven spijs zijn! - ‘Heer, laat mij Uw gezel op deze bittre reis zijn...’ ... Hij hief het hoofd tot d'ander en sprak zachte: ‘Heden zult gij met Mij in 't Paradijs zijn!’ Vorige Volgende