De Gemeenschap. Jaargang 16(1940)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Vic. Reinders Herinnering Hoe was de rijpe herfst schoon van couleuren: de paarse druif op amberglanzend goud langs grijzen gevel - ramen rank en oud - met zon in bronzen gloed op groene deuren. Ik zei: ‘Hoe jagen weken, maanden, jaren steeds sneller naar het onafwendb're eind'...’ En jij: ‘Hoe veilig is deez' tuin omheind, laat ons het gouden sap der druif niet sparen. -’ De schemer steeg, en in het glas der ramen glom 't koele licht der volle herrefstmaan; keek zij ons beiden lichtlijk spottend aan, toen wij nog ééns en wéér eens afscheid namen? Weer glanst de herfstmaan in dezelfde ramen; en, wijl ik, eenzaam nu, deez' regels schrijf, ligt, ginder, ver, in 't licht dier witte schijf een koude zerk met één van onze namen. Vorige Volgende