De Gemeenschap. Jaargang 15(1939)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 448] [p. 448] Pierre Kemp. Bladerenreuk Er valt een blad tusschen mij en de maan. Ik heb vandaag zooveel goeds gedaan. Met mijn armen heb ik in de blauwe lucht geslagen, of ik dus de boomen weer bloesems kon doen dragen. Met mijn hoofd heb ik gewenkt naar alle winden, of ik daar alle wijsheid mee kon ondervinden. Ik heb niets gevraagd, gezwegen en niemand iets ontnomen en het naamlooze achter den Dood is nu al over mij gekomen. Dronken ben ik zonder drank, om wat ik niet heb gedaan. Er valt nog een blad tusschen mij en de maan. Mijnheer, er vallen bladeren en u is niet wel. Ik weet het, kinderoogen, maar ik ruik dat alles zoo fel. Vorige Volgende