De Gemeenschap. Jaargang 15
(1939)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 388]
| |
D.A. de Graaf
| |
[pagina 389]
| |
rolwagen voort, hij wandelt door Rome en ontvangt zijn voormalige kostjuffrouw in particuliere audiëntie - maar geen oogenblik twijfelt men aan de realiteit van dezen kerkvorst. Velen hebben zich in hun verbeelding wel eens een oogenblik koning gewaand; men beleeft als het ware de sensatie van het koning worden. Maar de sensatie van het paus worden - afgezien nog van het paus zijn - zal niet zoo licht in onze verbeelding opkomen. Hoe beleeft George Arthur Rose, de hoofdpersoon van Corvo's merkwaardige novelle ‘Hadrian The Seventh’ dit oogenblik? Ik kan het niet korter uitdrukken dan door te zeggen dat dit oogenblik voor hem niet bestaat. Er is hier namelijk geen sprake van overgang. George Rose wil knielen, maar hij kan niet want men knielt voor hem: aldus ongeveer de woorden waarmee de schrijver de metamorphose van mensch tot paus uitdrukt. Groot is de fantasie van den schrijver die ons dit aannemelijk weet te maken en gaarne slaan wij geloof aan deze mystificatie. Maar het geloof van Corvo aan zijn eigen schepping was grooter dan van hen die hem lazen, want hij schreef niet hoe een paus wel zou kunnen zijn, hij teekende geen ‘studiekop’, doch maakte kortweg een zelfportret. Het verleden van Adriaan den Zevenden was het leven van den schrijver tot aan het oogenblik, waarop hij met zijn boek begon. Leeftijd, uiterlijk, karakter, de meest alledaagsche gewoonten - dit alles heeft Corvo met Adriaan den Zevenden gemeen. Ik heb het hier niet over een boek maar over een verschijnsel: de fantasie vergoedt waar het leven tekort schiet. Hier is iemand die op armzalige bovenkamertjes woont waaruit hij soms wegens wanbetaling met geweld verwijderd wordt, die een tijdlang leeft op de beurs van een rijken vriend en zich steeds door het lot miskend voelt. Maar dit beteekent nog niet eens dat hij de vermoorde onschuld is; hij heeft zeer veel gebreken waaronder zijn vrienden erg geleden hebben. In zijn leven was hij allerminst een heilige, maar met dit al | |
[pagina 390]
| |
hebben wij hier niet te doen met een schijnheilige die zich zelve tot heilige uitroept. Voor Corvo's vrienden bleef het diepste van zijn wezen verborgen, zooals dit voor eenieder onzer geldt. Het was de illusie, een woord dat in een kwaden reuk staat. Maar hier vallen illusie en scheppingskracht samen. Van al het goede wat in hem was schiep Corvo een paus naar zijn hart en gaf daarmee tegelijk het treffendste beeld van het katholicisme dat men zich denken kan. De protestant die ‘Hadrian The Seventh’ leest kan geen oppervlakkig oordeel meer vellen over de katholieken. Corvo overtreft alle protestantsche bezwaren door den grimmigen haat, waarmede hij zijn geloofsgenooten te lijf gaat, maar - hij blijft met dit al vurig katholiek. Dit is de eenige vorm van apologie die niet verveelt maar tot nadenken stemt en welke voor een marionettenspel een menschelijk drama in de plaats stelt. Er is een breeder fundament waarop deze fantasie rust. In de tweede helft der vorige eeuw beleeft een groep van Engelsche kunstenaars ‘den droom der Middeleeuwen’ om met den Duitschen psycholoog Kassner te spreken. Allengs breidt het gebied van dezen droom zich uit. Het ‘Quattrocento’, het Italië der 15e eeuw herleeft, men waant zich tijdgenooten van Lorenzo de Medici: het is als het ware een renaissance der renaissance. Na deze generatie van evenwichtige, droomerige geesten komt hetgeen de Iersche dichter Yeats de ‘tragische’ generatie genoemd heeft. Het einde der eeuw wordt als een symbool gevoeld dat als een noodlot boven elk moment van het leven hangt. Men kan het leven nog slechts al desillusie ondergaan. De kunst der Fin de Siècle heeft de schoonheid van een zwanenzang; buiten de persoonlijkheid van den mensch bestaat er voor hen niets en ook dit is nog als iets zeer broos, vergankelijks en ellendigs ondervonden. Maar waar het gebied der fantasie zoo eng wordt, bereikt deze haar grootste intensiteit. De combinatie dezer twee generaties, de resultante dezer twee krachten droeg Frederick Baron Corvo in zich en deze werd de vaste grond waarop zijn kunst dit unieke pausendrama kon vestigen. |
|