De Gemeenschap. Jaargang 15(1939)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 248] [p. 248] [Gedichten van Koos van Doorne] Koos van Doorne Burger in café Gij vindt mij hier ten minste drie maal in de week met vrinden van mijn slag tot in den nacht vertoeven; meen niet, dat ik hier denk of wat dan ook bespreek: ik zit en drink omdat mijn leden rust behoeven. Dan is er nog de luttele bijkomstigheid dat ik mijn hart aan de serveuse heb verloren; zij kent de tweede oorzaak van mijn dorstigheid maar wil alleen van Pils, en nooit van liefde hooren. Nu is het niet, dat ik door wanhoop wordt verscheurd, want om mijn taai geduld is zij mij lief gaan vinden, en sinds ze vijftien werd, is 't haar nog nooit gebeurd dat hier bezoekers kwamen, die haar niét beminden. Ik ben tevreden van gemoed, en drink mijn bier dat door charmante handen mij werd ingeschonken; al is dat alles niet, het is toch óók plezier: van drank of vrouwen raakt alleen een dwáás beschonken. [pagina 249] [p. 249] Koos van Doorne Vier regels voor Annie Overdijk Wat baten inkeer en veroverd weten zoolang wij nog een vrouw de liefste heeten; tien eeuwen wijsheid geeft een minziek hart om zich één uur in driften te vergeten. (Leo Gestel) Vorige Volgende