De Gemeenschap. Jaargang 14(1938)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 526] [p. 526] Albert C.A. Voortman Goede dood Toen 't allerlaatste was volbracht en, dood-vermoeid, de lippen zwegen, heeft hij nog eenmaal, diep-bedacht, haar onuitspreeklijk lief gekregen; - hij zond de dienaars been en nam, tot traag de morgen door de blinden eerbiedig naadrend binnenkwam, de nachtwaak waar bij de beminde en deelde met haar lief en leed in 't stil herinneren van de jaren en bad dat God de ziel mocht sparen, die zó haar zuiverheid beleed. - toen heeft hij hare hand genomen en lang de moeë mond gekust, als waar' de ziel teruggekomen - zijn hoofd heeft aan haar slaap gerust en in zijn leed de vrede hervonden, vóór traag de morgen binnenkwam; de dood, die al het andre nam, heeft slechts, ontroerd, één hart gevonden. Oct. 1938 Vorige Volgende