Hagel
Bonbons, boeken en make-up
Er bestaat een wijdverbreid ‘Damesweekblad’ dat onder den luchtigen naam ‘Libelle’ in België en Nederland ver over de honderdduizend dàmeslezeressen heeft. Mede-redactrice is een in katholieke dàmes-kringen welbekende juffrouw, bij wie werkdrift en spraakvaardigheid dagelijks en van uur tot uur over den rand borrelen. Zij pent in dit geestesproduct met den insectennaam, artikelen saam, die zij voorziet van haar initialen C.V. - en wie haar kennen verwondert het niets, dat zich steeds meer nullen aan het toenemend abonnementen-getal schakelen.
Dit alles is nog tot daar aan toe. Wat zou er te lachen zijn, indien er niets belachelijks in deze wereld overbleef? Maar dan moet het gemoedelijk blijven en dat kan alleen, wanneer de belachelijken hun vingers thuishouden als er dingen van waarde in de buurt zijn. In dit van banaliteit bulkende ‘dàmesweekblad’ - waar men in één adem door onthaald wordt op onderwerpen als: Nieuwe Hoedjes, De Nieuwe Lijn, Armbanden Troef en Wij gaan naar Indië - trof ons een artikel van C.V. zelf, over ‘Geschenken’ (Libelle van 26 Nov. 1937).
Wat zij daarover in 't algemeen beweert, is in zulk een kinderlijken Sinterklaasavond-stijl geschreven, dat men 't grootendeels wel kan overslaan. Het venijn echter schuilt ook hier weder in den staart. Daar begint deze Souvereinevan-den-Geest uit te halen over den socialen kant van de geschenken-kwestie. Wàt moeten dàmes geven, als zij, gezeten in de hoogheid van haar Libellelezeressen-stand, diepgezonken ànderen willen goeddoen? Hoor!
‘Origineele cadeaux! Het vrouwtje dat dank zij (wij cursiveeren) onvoorziene onkosten, haar even gezonde als aangename gymnastieklessen niet meer betalen kan. Jong meisje, dat drie maanden baanloos is geweest en nu zooveel achterstallige rekeningen te betalen krijgt, dat er niets meer voor den kapper overschiet. Beurs-slachtoffers (wat doen ze in de kou!? Hagel-Red.), die de programma's uit schouwburg en concertzaal nog slechts vanuit de krant kennen! Abonnementen die hier uitkomst bieden! Werkelijke vreugde, die telkens vernieuwd wordt verschaffen!’
U ziet, Hagel-lezers, geen dàme en met de Libelle onbekend zijnde, dat er eerst eenige oefening noodig is, om dit taaltje te kunnen lezen en er dan de diepe gedachte nog uit te halen. Maar de beminnelijke C.V. sleurt haar dàmeslezeressen naar nog koener hoogten van den geest. Het slot van haar weelderig betoog volgt hier:
‘Welverzorgd uiterlijk een der eerste factoren om te slagen in den strijd om het bestaan. Kappersrekeningen, die het eerst moeten wijken voor meer urgente uitgaven. Knipkaart voor het doen verzorgen van haar en nagels, geschenk dat in bepaalde gevallen heel wat meer genoegen geeft dan een dure doos bonbons of kostbaar boek, dat desgewenscht ook nog uit de bibliotheek te halen is’ (wij cursiveeren).
O zoo! Niets meer of minder. Deze