De Gemeenschap. Jaargang 13(1937)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 570] [p. 570] Anton van Duinkerken Os en ezel Twee schuwe dieren zagen 't pijnloos komen Van 't Kerstkind met hun angstige oogen aan. Zij voelden, dat hier werd geweld gedaan Aan wetten, waar hun wezen van moet droomen. Een schreiend wicht en nochtans God almachtig, Onder hun adem in de krib gevlijd, Bedwong hen tot een vreemde eerbiedigheid En hun onnooz'le dierenziel werd krachtig, Zoodat zij slaap en voedsel konden derven, Arm bij het arm gezin, waar 't Kind en God Kwam om te deelen in 't gemeenzaam lot: Geboren worden, groeien, lijden, sterven. Hoe wordt voor ons de vroomheid van de beesten Bij dit klein Kind in dezen schaam'len stal Reden tot schaamte, nu wij overal Op Kerstmis al te menschelijk zien feesten! (Charles Eyck) Vorige Volgende